GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
De Raad van de gemeente Nieuw-Ginneken in zijn openbare vergadering van
1 november 1990, nummer 5;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 oktober
1990;
BESLUIT:
met de Raiffeisen-Boerenleenbank Ginneken te Ulvenhout een rekening-
courantovereenkomst aan te gaan voor het jaar 1991. Het maximum van het
op grond van deze overeenkomst door de bank te openen krediet bedraagt
f 50.000,--.
In de overeenkomst zullen de volgende bepalingen worden opgenomen:
1. van alle betalingen worden kwitanties of opdrachten verstrekt;
2. de creditrente bedraagt per jaar 2 1/2%; de debetrente zal bedragen
1% in het jaar boven het promesse-disconto van de Nederlandsche
Bank N.V., te verhogen met de eventueel geldende rentetoeslag, een
en ander met een minimum van 6 1/2% per jaar;
3. deze overeenkomst eindigt uiterlijk 31 december 1991 onverminderd
het recht van de bank om de overeenkomst te allen tijde door opzeg
ging tussentijds te beëindigen, mits de bank bij de opzegging een
termijn van tenminste drie maanden in acht neemt. Gedurende die
termijn zal de kredietneemster geen gebruik meer kunnen maken van
het krediet dan met toestemming van de bank;
4. de kredietneemster zal de juistheid van de boekingen van de bank
per in te zenden saldobiljet, zo dikwijls dit door de bank wordt
gevraagd, bevestigen;
5. de bank zal aan de kassier van de gemeente geen gelden uitbetalen
(onverschillig of dit geschiedt in mindering van een creditsaldo
danwel daardoor een debetsaldo ontstaat of wordt verhoogd) dan na
overlegging van een namens het College van Burgemeester en Wethou
ders van de gemeente schriftelijk gedagtekende verklaring inhouden
de dat genoemd College de opname van het daarin vermeld bedrag
goedkeurt
6. alle kosten, waartoe de rekeningcourantovereenkomst aanleiding
geeft, daaronder begrepen die van opzegging en van gerechtelijke
en buitengerechtelijke invordering, waaronder begrepen eventuele
advokaten- en proceskosten, komen ten laste van de kredietneemster.
De bank wordt gemachtigd de rekening van de kredietneemster voor
opgemelde bedragen te debiteren;
7. onverminderd hetgeen hiervoor onder 3 is bepaald met betrekking tot
haar duur eindigt deze overeenkomst bovendien bij het niet voldoen
door de kredietneemster aan een of meer van de bovenstaande bepa
lingen en bij opheffing van de kredietneemster zonder dat daartoe
enige opzegging, ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst zal
zijn vereist;
8. bij het einde van deze overeenkomst is het gehele debetsaldo on
middellijk opeisbaar zonder dat de enige voorafgaande opzegging,
ingebrekestelling of rechtelijke tussenkomst nodig zal zijn.
DE RAAD VOORNOEMD,
voorzitter.
secretaris.
M0/90.3874/90.3746/RK