Het college kan zich verenigen met het uitgangspunt van de motie
'Paulussen' de Dorpstraat omvormen tot verblijfsgebied door het opwerpen
van verkeersbelemmerende maatregelen.
Behoudens de passage"dat in samenhang hiermee het verkeer gespreid dient
te worden over andere straten in Ulvenhout;" kan het college zich eveneens
verenigen met de motie van de P.v.d.A.. Het college wil niet op voorhand
uitspreken dat het (doorgaande) verkeer gespreid dient te worden over ande
re straten in Ulvenhout. Deze vraag moet beantwoord worden bij het opstel
len van het herinrichtingsplan en het verkeerscirculatieplan.
De heer VAN DER WESTERLAKEN is bereid de plannen van de B.B.A. en de resul
taten van de eerste verkeerstellingen af te wachten. Als de provincie
spreekt over een beperkte doorstroomfunktie van de Dorpstraat dan gaat hem
dat te ver. Vooral op zondagen wordt aangetoond dat de situatie opnieuw on
houdbaar is. Doorgaand verkeer moet uit de bebouwde kommen worden geweerd.
Daarom vraagt hij of er van de op 12 december 1989 vastgestelde tijdelijke
maatregelen wel of niet iets wordt uitgevoerd?
Wethouder VAN GILS antwoordt dat bij aanvaarding van de motie 'Paulussen'
duidelijk wordt uitgesproken dat een doorstroomfunktie van de Dorpstraat
wordt afgewezen. Daarmee zijn de vragen van de heer van der Westerlaken
beantwoord. Er zal geen uitvoering worden gegeven aan het raadsbesluit van
12-12-'89. Alle verkeersmaatregelen zullen integraal verwerkt worden in het
herinrichtingsplan
De heer VAN HARTEN gaat akkoord met de motie van de heer Paulussen, welke
binnen de coalitie is ontwikkeld. Door het college wordt daarop juist gere
ageerd. Tegen de motie van de P.v.d.A. heeft hij hetzelfde bezwaar als het
college. Voor het overige hebben beide moties dezelfde strekking.
Verbetering openbaar vervoer akkoord; maar loopt de kortste weg van Bavel
naar Ulvenhout dan over de Karnemelkstraat in Breda?
De heer POSTHUMA is van mening dat beide moties uitspreken dat de Dorpstraat
moet worden ingericht als verblijfsgebied. Nu de provincie in dit stadium
een omleiding Ulvenhout ongewenst vindt zal dat onvermijdelijk leiden tot
een spreiding over de andere straten. Hij is wel bereid de betreffende ali
nea uit zijn motie te schrappen als de bedoeling maar duidelijk overkomt op
de werkgroep die de herinrichting voorbereidt.
Bij weglating van de 'spreidingspassage' stemt de heer H. VAN GILS ook in
met de P.v.d.A. motie. De voorstellen van de B.B.A. tot verbetering van de
busverbindingen met Nieuw-Ginneken spreken hem wel aan maar gaan niet ver
genoeg. Ook Bavel zal een halfuurdienst moeten krijgen als hij kijkt naar
de omvang van dit dorp. Zeker als hij het regeringsstandpunt t.a.v. het
terugdringen van het autovervoer in gedachten neemt.
De heer VAN HULST stemt, na bijstelling, in met beide moties. Als stemver
klaring legt hij uit dat een verkeerscirculatieplan er op gericht moet zijn
verkeer uit de woonwijken te houden.
De heer VAN YPEREN vraagt wanneer de voorgenomen plannen van de B.B.A. zul
len ingaan.
De heer POSTHUMA hecht zeer aan het door hem gevraagde verkeerscirculatie
plan omdat aan de hand daarvan getoetst kan worden wat de effecten zijn
voor de verkeersafwikkeling in Ulvenhout in zijn totaliteit.
Wethouder VAN GILS antwoordt dat de omzetting tot lokale lijnen voor Bavel
en Ulvenhout zal ingaan op 26 mei 1990. Voor Bavel een uurdienst en voor
Ulvenhout een halfuurdienst. De B.B.A. gaat alleen over tot verbetering van