De heer J. VAN GILS meent te weten dat een deel van 't Hoekhuis op korte termijn komt leeg te staan. Als er geen voorzieningen worden getroffen zal dat leiden tot vernielingen. De VOORZITTER antwoordt dat 't Hoekhuis deel uitmaakt van de studie naar so ciaal culturele ruimten in BavelDe begrotingstechnische afronding als ge volg van de realisatie van de kindgerichte accommodatie heeft nog niet plaatsgevonden omdat de eindcijfers daarvan nog niet beschikbaar waren. Afhankelijk van de evaluatie beëindiging chemische onkruidbestrijding zullen de meerkosten daarvan meelopen in de begroting. Een juist beeld van de fi nanciële gevolgen van de herinrichting Dorpstraat - Molenstraat is afhanke lijk van het wel of niet verkrijgen van extra bijdragen. Er is het college veel aan gelegen voor dit projekt gunstige condities te bedingen. Het is duidelijk dat de financiële positie van de gemeente Nieuw-Ginneken aandacht vraagt. Er is ruimte voor de raad daarbinnen prioriteiten te stel len. Bij de algemene beschouwingen zijn de verschillende opvattingen daar over geëtaleerd. Het college zal daar in de loop van het begrotingsjaar op reageren. Aan het sluitend krijgen van de begroting 1991 zijn de nodige in spanningen voorafgegaan. De fracties van P.v.d.A. en Gemeentebelangen Bavel hebben zich uitgesproken voor heffing van rioolrecht van de gebruiker. Het college staat op het standpunt dat hier het profijtbeginsel gehanteerd moet worden. In de memorie van toelichting op het betreffende wetsontwerp wordt daarover gezegd dat het rioolrecht moet worden beschouwd als een vergoeding van de kosten van afvoer van water en vuil uit de woningen. Het recht kan bij heffing van de gebruiker eventueel afgestemd worden op de verbruikte hoeveelheid water. Bovendien zijn de perceptiekosten bij heffing van de ei genaar hoger Waar in de algemene beschouwingen opmerkingen gemaakt zijn over het door het college en daarbinnen het door de verschillende portefeuillehouders gevoerde beleid, wordt door de VOORZITTER opgemerkt dat er vanuit het college sprake is van collegiaal beleid. Het optreden van de VOORZITTER vindt vanuit die beleidsopvatting plaats. Wethouder ROPS beantwoordt de vragen welke zijn gesteld naar aanleiding van de hoofdstukken 4 en 5 van de begroting. Bij het hoofdstuk Onderwijs wordt het C.D.A. tegengesproken dat, vanwege de snelheid van de besluitvorming na de uitkomsten van het onderzoek naar de behoefte aan openbaar onderwijs in Bavel, veel kansen zijn blijven liggen om in dialoog met het bestuur van het bijzonder onderwijs te komen. Vanuit het collegeprogramma is een traject gegaan om tijdig vóór 1 oktober 1990 de besluitvorming afgerond te hebben. In dit traject is rekening gehouden met alle gebods- en verbodstekens zoals deze in de Wet op het Basisonderwijs staan opgetekend. In dit traject was geen ruimte om met het bijzonder onder wijs over zaken te spreken als door het C.D.A. ingebracht. Dit is wel ge beurd via de begeleidingscommissie. Als het college 1 oktober niet gehaald had zou het nu zeker de terechtwijzing krijgen dat de regels ingevolge de Wet op het Basisonderwijs niet opgevolgd zijn. Eerst na de komst van het in stituut openbaar onderwijs in Bavel kan overleg plaats hebben met alle be langhebbenden. Of dat overleg er ooit zal komen hangt af van de beslissing van Gedeputeerde Staten op het besluit een openbare school te plaatsen op het Plan van Scholen 1991 - 1994. Met de suggestie van de fractie Leefbaar heid aangaande de bestuurscommissie openbaar onderwijs zal, zonodig, reke ning worden gehouden. De overige suggesties van het C.D.A., de V.V.D. en de fractie Leefbaarheid, over lege lokalen en de pedagogische/didactische uit gangspunten, worden eerst relevant op het moment dat G.S. daartoe de ruimte geven. Het college mag daarbij beoordeeld worden op hoofdlijnen, rekening houdend met het collegeprogramma.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 471