-4-
Op de Strijbeekseweg zouden snelheidsremmende maatregelen kunnen worden
genomen. Voorts dient te worden bezien hoe de Molenstraat zou moeten worden
ingericht. Twee van de mogelijkheden: optische versmalling of een minder
gestrekt tracé. Bij deze voorzetten wil ik het nu graag laten omdat het
gevaar dreigt dat te gedetailleerd op bepaalde zaken wordt ingegaan terwijl
het nu om de grote lijn gaat. Het is zeker niet mijn bedoeling op dit mo
ment een uitgebreide discussie over dit onderwerp aan te gaan.
Het industrieterreintje zuidwest bij Ulvenhout is in de aangeduide omvang
acceptabel. De beperking welke de kleine P.P.C. daaraan wil geven maakt ons
inziens dat het te kleinschalig wordt. Dit terrein zal moeten dienen voor
sanering van de kern Ulvenhout.
Met de gedachten over woningbouw in Ulvenhout kunnen wij instemmen.
Met het geplande bedrijventerrein in Bavel langs de Rijksweg gaan wij ak
koord. Een geringe uitbreiding in Noordelijke richting is wat het C.D.A.
betreft bespreekbaar echter ook hier dient met de geledingszone rekening te
worden gehouden
Bouwen voor stadsregionale opvang in Nieuw-Ginnekenop andere plaatsen dan
de genoemde locatie nabij Ypelaar, wordt door het C.D.A. niet wenselijk
geacht
Het commentaar van de kleine P.P.C. op de woningbouwlocaties in Bavel sluit
naar onze mening niet goed aan op de structuurschets.
Hebben ontwikkelingen in Breda invloed op Nieuw-Ginneken, ook de ontwikke
lingen in Hazeldonk zullen merkbaar zijn. Voorkomen dient te worden dat
verkeersafwikkeling plaats gaat vinden door Nieuw-Ginneken.
Het buitengebied neemt in onze gemeente een belangrijke plaats in. De ont
wikkelingen in de landbouw leiden er toe dat agrarische gebouwen vrijkomen.
Niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied wordt door het C.D.A. als
niet wenselijk beschouwd.
Over het buitengebied is veel gezegd bij de behandeling van het landschaps
beleidsplan. Het lijkt niet verstandig de toen gevoerde discussie nu te
herhalen
De toevoeging welke in de nota van wijzigingen is gedaan ten aanzien van de
agrarische bedrijfsvoering beschouwen wij als gedaan voorzover deze past
binnen het vastgestelde landschapsbeleidsplan.
Een element dat bij de bespreking van het landschapsbeleidsplan niet zo
uitdrukkelijk aan de orde is geweest, is het volgende. De waarde van grond
wordt voor een gedeelte bepaald door de mate van vrijheid waarmee men met
de grond kan handelen. Deze vrijheid van handelen wordt sterk beperkt door
regelgeving.
Deze regelgeving is bedoeld om het algemeen belang te beschermen. De huidi
ge regelgeving gaat zover dat het de vraag is of deze het doel af en toe
niet voorbij schiet. Als op dit moment een grondeigenaar bereid is cultuur
grond tijdelijk om te zetten in bos, om welke reden dan ook, dan kan dit
niet. Als er eenmaal bomen zijn gezet, dan moeten die daar blijven, hetgeen
economisch gezien een waardevermindering van het bezit betekent. Het gevolg
is dan ook dat niemand daartoe bereid is. Ik kaart hiermee een gevoelig
onderwerp aan, echter het lijkt goed te onderzoeken of hier geen mogelijk
heden liggen. Voor alle duidelijkheid, het gaat er uitdrukkelijk niet om
een mogelijkheid te creëren thans bestaande bossages te verwijderen.
Als het gaat om de landschappelijke inpassing van de A58, willen wij na
drukkelijk vragen om na te gaan welke mogelijkheden de herinrichting Ulven-
hout/Galder in deze biedt en deze mogelijkheden optimaal te benutten.