Artikel 5 Specifieke subsidievoorwaarden
Aan subsidiëring op grond van artikel 3 zijn de volgende voorwaarden verbon
den:
a. de peuterspeelzaal dient per groep twee dagen per week gedurende ten min
ste twee aaneengesloten uren geopend te zijn;
b. eenzelfde peuter verblijft niet meer dan twee dagdelen in de peuterspeel
zaal. Deze twee dagdelen mogen niet vallen op een en dezelfde dag;
c. Het aantal peuters dat op eenzelfde tijdstip van de peuterspeelzaal ge
bruikt maakt is minimaal 20. Burgemeester en wethouders kunen toestemming
verlenen van deze regel af te wijken;
d. elke groep peuters wordt begeleid door maximaal twee gasalarieerde func
tionarissen, eventueel aangevuld door vrijwilligers. Voor een groep met
minder peuters wordt een evenredige personeelsbezetting gehanteerd;
e. subsidiëring geschiedt uitsluitend ten behoeve van peuters uit Nieuw-
Ginneken;
f. voor uitbreiding van het aantal groepen is toestemming van burgemeester
en wethouders nodig.
Hoofdstuk 3 Kinderdagverblijven
Artikel 7
Aan een instelling voor kinderopvang kan subsidie worden verstrekt ter hoog
te van het goedgekeurde exploitatietekort, tot een maximum, zoals bepaald in
artikel 8.
Artikel 8 Bepaling hoogte maximaal subsidie
a. Voor de bepaling van het maximale subsidie aan een instelling voor kin
deropvang in Nieuw-Ginneken geldt de volgende berekeningswijze:
subsidie - salariskosten huisvestingskosten kosten voeding/verzorging
organisatiekosten vergoeding speelmateriaal/activiteiten -/- ouder
bijdragen.
b. De volgende normen worden gehanteerd voor:
1. Salariskosten:
de salariskosten van de in artikel 9, onder e bedoelde functionaris
sen, op basis van de Salarisregeling Kinderdagverblijven, waarbij per
formatieplaats van 40 uur 0,1 formatieplaats voor leiding wordt bere
kend, en tevens rekening wordt gehouden met de kosten van volledige
vervanging;
2. Huisvestingskosten:
de huur van de gebruikte accommodatie alsmede alle overige kosten die
betrekking hebben op de huisvesting, indien deze met instemming van de
gemeente worden toegerekend en betaald;
3. Kosten voeding/verzorging:
op basis van de door het ministerie van WVC opgestelde richtlijnen;
4. Organisatiekosten:
maximaal f 2.000,per jaar;
5. Vergoeding speelmateriaal/activiteiten
f 1.500,f 200,per gerealiseerde kindplaats;
6. Ouderbijdragen:
de vaststelling door de Raad van deze bijdragen is een integraal on
derdeel van het vaststellen van het maximaal subsidie in het Welzijns-
programma