-2-
Op 21 januari 1991 zal een breed overleg van de burgemeesters van alle be
trokken gemeenten plaatsvinden. Daarin zal het Rapport Konijnenbelt bespro
ken worden en wordt het traject uitgezet voor presentatie aan de gemeentera
den. In maart wil de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken weten welke
regio's willen deelnemen aan het proces van bestuurlijke vernieuwing. De
voorwaarden, zoals die zijn verwoord in het rapport Konijnenbelt, geven ma
ximale kansen op behoud van zelfstandigheid binnen de taakstelling van de
stadsregio. Daarbij is het van belang dat de wensen van de stad Breda niet
gefrustreerd worden. Dat zou Breda een argument in handen spelen toch op ge
meentelijke herindeling aan te dringen. Het is niet ondenkbaar dat het aan
tal deelnemende gemeenten zich in de toekomst zal uitbreiden. Binnen de
deeltaken doen zich bijvoorbeeld ook in het Dongemondgebied problemen voor
Daarbij komt dan meteen de verhouding tot het stadsgewest aan de orde. Bin
nen de commissie is niet gesproken over annexaties of samenvoeging van ge
meenten of delen daarvan. De commissie kiest voor het vormen van een regio
naal orgaan
De heer J. VAN GILS vraagt welke waarborgen regionale samenwerking biedt te
gen forse gemeentelijke herindelingen zoals die in het midden en oosten van
de provincie Noord-Brabant worden doorgevoerd.
De VOORZITTER antwoordt dat de provincie een positieve waardering heeft voor
vrijwillige samenwerking. Los daarvan stelt gedeputeerde Solleveld zich op
het standpunt dat gemeenten beneden de 8.000 inwoners voor samenvoeging in
aanmerking komen. Nieuw-Ginneken is met zijn 12.000 inwoners goed in staat
een aantal taken zelfstandig uit te voeren. Met de instelling van een regio
naal orgaan liggen daar de kansen op een zelfstandig voortbestaan! De struc
tuurschets van Nieuw-Ginneken tendeert in de richting van Chaam - Baarle-
Nassau maar bevat ook een aantal verstedelijkingsaspectenAls Breda de be
reidheid blijft houden tot vrijwillige bestuurlijke samenwerking dan zou het
wel eens beperkt kunnen blijven tot enkele grenscorrecties in het gebied van
Ypelaar
De heer GEERTS heeft een drietal opmerkingen. In de eerste plaats vindt hij
dat wezenlijk verschillende zaken bij elkaar worden geveegd. Hij stelt vast
dat de raad slechts korte tijd beschikbaar zal hebben om over het rapport
Konijnenbelt van gedachten te wisselen; zijn er mogelijkheden die termijn
wat te verlengen? Tot slot merkt hij op dat in de gemeente Etten-Leur veel
opener met deze materie wordt omgegaan.
De VOORZITTER antwoordt dat inderdaad een aantal zaken door elkaar lopen,
toch zijn die nauw met elkaar verbonden. Tijdens een recent V.N.G.-congres
heeft de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken 7 regio's aangewezen waar
binnen bestuurlijke experimenten kunnen plaatsvinden. Mede op initiatief van
de burgemeester van Breda wil onze regio daarbij aansluiten. Voor de staats
secretaris is maart 1991 de einddatum; de termijn is dus kort. Dat in Nieuw-
Ginneken in een besloten vergadering opening van zaken wordt gegeven houdt
tevens in dat openhartiger kan worden gesproken. De discussie over het rap
port Konijnenbelt zal in alle openbaarheid plaatsvinden.
De heer H. VAN GILS vraagt wanneer het rapport van de commissie Konijnenbelt
in de raad zal worden besproken
De VOORZITTER antwoordt dat behandeling zal plaatsvinden in de raadsvergade
ring van 5 maart 1991. Hij sluit niet uit dat hij vooruitlopende daarop nog
met de fractievoorzitters zal spreken aan de hand van concepten.
Secretaris NUIJTEN geeft aan dat de commissie zelf ook in tijdnood dreigt
te raken. Van de staatssecretaris is bekend dat enig respijt tot medio maart
wordt toegestaan.