-2-
De VOORZITTER haakt hierop in met verwijzing naar de nota "Besturen op af
stand" van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken. Het moet voor Nieuw-
Ginneken mogelijk zijn uitvoering te geven aan het daarin omschreven beleid.
Een en ander zal onder de aandacht van de onderzoekscommissie gebracht wor
den. Uiteindelijk zal een en ander leiden tot beslissingen over de bestuur
lijke structuur in de regio Breda.
De heer VAN HARTEN waarschuwt dat geen oerwoud moet ontstaan van organisa
ties die zich bezighouden met toerisme en recreatie nu het stadsgewest, zie
punt g., voor drie jaar een projektorganisatie in het leven roept om een
toeristisch recreatief actieplan op te stellen.
De VOORZITTER antwoordt dat dit actieplan er juist op is gericht de krachten
te bundelen.
Bij punt k. wordt door de heer VAN HARTEN adhesie betuigd.
In de brief, onder 1, is sprake dat er hoop is gevestigd op de bouw van een
grote accommodatie nabij de Pekhoeve. De heer H. VAN GILS wil weten door wie
die hoop is gevestigd en waarop dat gebaseerd is.
De heer J. VAN GILS wil weten op welke wijze het college deze brief wil af
handelen
De VOORZITTER antwoordt dat de nota sociaal culturele accommodaties zich in
een afrondende fase bevindt. In die nota worden de contouren geschetst voor
alle sociaal culturele accommodaties binnen de gemeente Nieuw-GinnekenRond
de jaarwisseling zal deze nota in de commissie ter discussie worden gesteld.
De Bond van Ouderen zal in die zin geantwoord worden.
Wethouder ROPS geeft aan dat dit onderwerp uitgebreid aan de orde is geweest
tijdens de algemene beschouwingen. Voorts is daarover gesproken op een ver
kiezingsbijeenkomst
De heer VAN HARTEN vindt dat in het gebied van de Goudberg geen activiteiten
ontwikkeld mogen worden als bedoeld in het verzoek genoemd onder n.
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat deze brief gericht is aan de
raad en daarom op deze wijze is geagendeerd. Aan het verzoek zal geen mede
werking worden verleend wegens strijd met het bestemmingsplan.
Op de ingekomen stukken wordt beslist zoals per onderdeel aangegeven.
4 VOORSTEL TOT VASTSTELLING VERGOEDINGSREGELING VRIJWILLIGERS BIJ DE
GEMEENTELIJKE BRANDWEER.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda is voorgesteld.
5. VOORSTEL MET BETREKKING TOT DE 4e WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEVERORDENING
WELZIJN NIEUW-GINNEKEN 1988.
De heer VAN HARTEN plaatst enkele opmerkingen bij dit voorstelOm bij de
niet gesubsidieerde kinderopvang toch nog enigszins de vinger aan de pols
te kunnen houden stelt hij voor een erkenningsregeling in te stellen.