xxx
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
Raadsvergadering
6 maart 1990
Voorstel tot intrekking van de verordening,
regelende de samenstelling en de uitoefening
van de bevoegdheden van de bestuurscommissie
sociale zaken.
Onderwerp
Agenda Nr4
Klass.nr. -2.07.515
Ulvenhout, 20 februari 1990
Aan de Raad
Op 24 augustus 1982 ging uw Raad akkoord met een voorstel van het college
tot instelling van een bestuurscommissie sociale zaken. Deze commissie
werd belast met bevoegdheden die op grond van de Algemene Bijstandswet en
de daarop gebaseerde rijksgroepsregelingen, alsmede ingevolge de Wet
Werkloosheidsvoorziening normaliter door Burgemeester en Wethouders
worden uitgeoefend. Voor de motieven die hieraan ten grondslag lagen
verwijzen wij u naar het betreffende voorstel dat ter inzage is gelegd.
Ook al zijn er argumenten die ook nu gehanteerd kunnen worden om een der
gelijke commissie te laten voortbestaan, of zelfs in te stellen, wij
menen dat er aanleiding voor is om deze commissie op te heffen.
In de hedendaagse gemeentelijke bestuurspraktijk wordt er steeds meer op
aangedrongen om leden van het college van Burgemeester en Wethouders bin
nen hun portefeuille meer bestuurlijke armslag te geven, zodat zij zelf
standiger bestuursbeslissingen kunnen nemen. De meest geëigende vorm
hiervoor is de mandaat'-figuurBij mandaat worden bevoegdheden van het
college namens en onder verantwoordelijkheid van het college door indivi
duele collegeleden uitgeoefend. De verantwoordelijkheid blijft dus bij
het college. Bij de uitoefening van de bevoegdheden door een collegelid
kan het voltallige college voortdurend de vinger aan de pols houden door
het geven van algemene en bijzondere aanwijzingen. Deze aanwijzigigen
betreffen veelal in welke nauwkeurig omschreven zaken en onder welke
voorwaarden een beslissing namens het college kan worden genomen en op
welke wijze achteraf bekrachtiging door het college plaats vindt. Hier
door blijft het collegialiteitsbeginsel in tact.
Door met elkaar bij het aantreden van het college af te spreken onder
welke voorwaarden de portefeuillehouder belissingen neemt namens en onder
verantwoordelijkheid van het college als geheel op het terrein van de
sociale wetgeving, waarvan de uitvoering aan de gemeente is opgedragen,
wordt bereikt dat
- doorgaans de om een uitkering vragende burger sneller een beslissing
krijgt;
- niet opnieuw een toenemend beslag op het werk van het college in
totaliteit ontstaat.