-3-
Die visie blijkt uit datgene wat overwogen werd bij het vaststellen van de
Structuurschets 1989 een citaat: "Aanleiding voor de structuurschets vormt
het gegeven dat de gemeente Nieuw-Ginneken in het komend decenium als rand
gemeente van het stedelijk knooppunt Breda met belangrijke ruimtelijke ont
wikkelingen rekening moet houden. Ontwikkelingen die dusdanig begeleid moe
ten worden dat de kwaliteiten van Nieuw-Ginneken behouden c.q. minstens
onderkend worden."
Op de tweede plaats is de raad van de gemeente Nieuw-Ginneken in bestuurlijk
opzicht een volwaardig gesprekspartner van de andere gemeenten in de regio.
Een raad die in staat is in beleidsstrategisch opzicht met de andere gemeen
ten in dit gebied mee te denken. Dat moge bijvoorbeeld blijken uit debetrok
kenheid bij het ontwikkelen van de nota "Samen Verder". Dat moge ook blijken
uit de reactie zoals die door burgemeester en wethouders voorbereid is in de
Structuurschets namelijk dat die Structuurschets in het bijzonder een reac
tie inhoudt op de nota van burgemeester en wethouders van Breda Ruimtelijke
Beleid in Breda een structuurvisie voor de periode 1988 - 1998. De gemeente
Nieuw-Ginneken is bij het ontwikkelen van die Structuurschets, zo creatief
geweest om in te spelen op datgene wat er in de gemeente Breda aan ideeën
met betrekking tot de ruimte binnen Breda en om Breda geformuleerd zijn.
De raad van de gemeente Nieuw-Ginneken heeft op zijn minst een aantal van de
in het rapport "Samen Verder" geanaliseerde knelpunten herkend. Dat blijkt
uit de door de raad vastgestelde Structuurschets. De Structuurschets zoals
die voor de gemeente ontwikkeld is baseert zich op de uitgangspunten zoals
die in stadsregionaal verband ontwikkeld zijn. In bij de Structuurschets
voor de gemeente Nieuw-Ginneken zeggen wij dat het binnen de stadsregio ge
schetste ontwikkelingsperspectief voor het oostelijk en zuidelijk deel van
de stadsregio Breda nader uitgewerkt moet worden op het lokale niveau van de
gemeente Nieuw-GinnekenDaarin worden dan een aantal elemeneten betrokken
die bij die stadsregionale uitwerking nog niet in perspectief gebracht
waren
In de vierde plaats, de raad vindt dat openbaar bestuur om continuïteit
vraagt. Bestuurlijke organisatie verdraagt zich niet met een jojo-beleid, nu
is dit en dan weer dat
Naar het oordeel van de raad vraagt de agglomeratieproblematiek om een ge
coördineerde aanpak. De raad vindt met de commissie Konijnenbelt dat een
gelede en gedifferentieerde bestuursstructuur voor de oplossing van de
gemeenschappelijke problemen in de regio geboden is. Daarbij staat centraal
de vorming van een stadsregiobestuur dat verantwoordelijk kan zijn voor de
belangrijkste zaken in de sfeer van ordening en sturing in de stadsregio
Breda. Maar de raad denkt wel dat dan tijd genomen moet worden om te zien of
de modellen die in deze nota worden aangereikt ook inderdaad werken. Daar
heb je tijd voor nodig, die tijd moet genomen kunnen worden, wil je komen
tot een deugdelijke evaluatie van dit model dan zullen vooraf de criteria
moeten vastleggen of met behulp waarvan beoordeeld kan worden of het model
Konijnenbelt werkt of niet. Over die criteria zullen we het vooraf moeten
zijn.
In de vijfde plaats, de raad is van oordeel en spreekt dat in deze motie ook
uit dat meer dan de vraag hoe het stadsregiobestuur zelf, dus de ambtenaren
die bij aan dat stadsregio verbonden zullen worden, hoe dat stadsregiobe
stuur gefinancieerd zal worden. De herverdelingsvraagstukken die centraal
staan moeten opgelost worden.