De samenwerkingsverplichting in het Besluit Uitvoering Gemeentelijk Milieubeleid (BUGM) en de overige aandrang vanuit het Rijk, de Provin cie en de VNG gaven, gecombineerd met de nodige acties binnen het samenwerkingsverband zelf (politiek testament van het BCT; consensus in het portefeuillehoudersoverleg; bilateraal-overleg zowel bestuurlijk als ambtelijk) een nieuwe extra sterke impuls tot verdere uitbouw en integratie van de samenwerking. De consensus in het portefeuillehou- dersoverleg-milieu daarover gaf het volgende richtinggevend kader aan de nodig geachte herstructurering: a. een voldoende politiek-bestuurlijke inbedding in het bestaande samenwerkingsverband, mede gericht op handhaving van de BTW-vrij- stelling maar meer nog geënt op de samenwerking binnen een WGR- regio-gebied zoals voorgeschreven in het BUGM; b. het terugbrengen van het aantal dienstverlenende instanties tot EEN dienstverlener in verband met de nodige intensivering van de krach tenbundeling; algemeen werd daarbij de voorkeur bepaald op de Milieudienst Breda als dienstverlener boven een mogelijke stadsge westelijke dienst of een volledig losstaande regionale dienst naar het TMD-model; c. een uitvoering gebaseerd op het contractmanagement-modelteneinde de uitvoerende dienst voor wat betreft de MTS-werkzaamheden los te kunnen laten functioneren ten opzichte van de centrumgemeente waar onder zij resorteert, alsmede om de politiek-bestuurlijke verant woordelijkheden van de centrumgemeente en het stadsgewest duidelijk aan te geven. Uitgaande van dit kader is de nieuwe structuur van de MTS ontworpen volgens het thans voorliggende convenant-contract-management-model Sprake is daarbij in wezen van een drietraps-modelbestaande uit: a. de WGR "Regeling Stadsgewest Breda 1990" waarin de milieutechnische samenwerking in globale vorm is opgenomen (artt. 4 en 44) en dus de basis van de samenwerking vormt; b. ter uitvoering/nadere concretisering daarvan is het convenant opge steld, waarin de samenwerking nader (organisatorisch) wordt vorm ge geven in een aantal afspraken tussen de deelnemende gemeenten en het Stadsgewest Breda; c. een nieuwe dienstverleningsovereenkomst, te sluiten tussen de dienstverlenende gemeente (Milieudienst) en elk van de dienstafne- mende gemeenten individueel enerzijds, en tussen de dienstverlenende gemeente (Milieudienst) en het Stadsgewest anderzijds, telkens voor respectievelijk de taken zoals omschreven in het convenant. De nieuwe structuur wordt toereikend geacht om te kunnen voldoen aan de randvoorwaardenwaaronder de Provincie Noord-Brabant bereid is provin ciale milieutaken aan het samenwerkingsverband over te dragen. Tevens is de structuur geënt op het in de totale regio bereiken van het in het BUGM voorgeschreven adequate uitvoeringsniveau in 1994, alsmede op het uitvoeren van de diverse overige gemeentelijke milieutaken. Om redenen van duidelijkheid aan de ene kant en verwijzende naar het uit gangspunt onder "c" van het door het portefeuillehoudersoverleg gegeven kader, worden de dienstverleningsovereenkomsten namens de dienstverle nende gemeente krachtens mandatering aangegaan door de directeur van de Milieudienst Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 28