-2- 3. Indien in de woning meerdere bewoners wonen kunnen burgemeester en wet houders de premie verdelen naar rato van het aantal bewoners 4. Deze verordening is niet van toepassing op bewoners van: a. woningen die niet geschikt of bestemd zijn om gedurende het gehele jaar door dezelfde persoon of personen te worden bewoond; b. verzorgingstehuizen voor bejaarden; c. woonwagens als bedoeld in de Woonwagenwet d. woonschepen als bedoeld in de Wet op de woonwagens en woonschepen; e. particuliere eigen woningen; f. ambts- of dienstwoningen. Artikel 5.3 Andere steun 1. Indien de aanvrager op grond van een andere regeling een bijdrage toege kend kan krijgen voor verhuizing en/of herinrichting kunnen burgemeester en wethouders die bijdrage in mindering brengen op de premie. 2. De premie wordt niet toegekend indien in verband met de stads- en dorps vernieuwingsactiviteiten reeds eerder een premie voor verhuis- en herin richting aan bewoners van de betreffende woning is toegekend. Artikel 5.4 Voorschriften bij toekenning van de premie Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van een premie in het belang van de stads- en dorpsvernieuwing danwel de volkshuisvesting voor schriften verbinden. Artikel 5.5 Stopclausule 1. Burgemeester en wethouders kennen slechts premies toe voorzover het voor het betreffende jaar vastgestelde budget toereikend is. 2. Indien voor het betreffende jaar een budget is vastgesteld van f 0, (0 gulden) worden aanvragen niet-ontvankelijk verklaard. Artikel 5.6 Indiening aanvraag 1. Aanvragen om toekenning van een premie als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, kunnen worden ingediend vanaf het moment dat een besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met d, is genomen tot uiterlijk 3 maanden na het tijdstip waarop de verhuizing heeft plaatsge vonden 2. Aanvragen om toekenning van een premie als bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, kunnen worden ingediend vanaf het moment dat de gemeente het besluit als bedoeld in artikel 2, tweede lid, genomen heeft tot uiterlijk 3 maan den nadat de voorzieningen zijn getroffen. 3. Indien op het moment van indiening van de aanvraag het budget ontoerei kend is, als bedoeld in artikel 5.5, eeste lid, wordt de aanvraag geacht te zijn ingediend op 1 januari van het daaropvolgende jaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 299