b. ter dekking van de overige kosten, welke in het
kader van de dienstverlening zijn gemaakt, een
vergoeding welke gelijk is aan de door de gemeente
aan de dienst verschuldigde vergoeding over het
laatste jaar van de looptijd van de dienstver
lening, als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede
lid
2. De in het eerste lid onder a. bedoelde vergoeding zal
worden betaald binnen drie maanden nadat de dienstver
lenende gemeente die vergoeding bij de gemeente in
rekening heeft gebracht.
3. De in het eerste lid onder b. bedoelde vergoeding zal
worden betaald binnen drie maanden na datum waarop de
overeenkomst op basis van de beëindiging afloopt.
4. Het bepaalde in artikel 6, 3e en 4e lid is van over
eenkomstige toepassing.
Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend te Breda d.d.
de dienst,
de gemeente,