Het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken heeft een goed contact met zowel de agrarische als de
overige ondernemers. Een aantal malen per jaar vindt overleg plaats met deze belangengroeperingen.
Van de kleinere gemeenten in het stadsgewest is Nieuw-Ginneken de enige die overleg met
werkgeversvertegenwoordigers kent. Het overleg met de agrarische sector is met name van zo'n
groot belang omdat zich bij die doelgroep zo'n grote veranderingen voordoen.
De bereidheid van de V.V.D.fractie om buurgemeente Breda in financieel opzicht tegemoet te komen
is helder. In de commissie Konijnenbelt is die bereidheid richting Breda ook al aangegeven. Wanneer
het tot de vorming van een Groene Gemeente mocht komen zijn die mogelijkheden nog steeds
aanwezig. Ondanks het achterwege laten van de bezuinigingen op de welzijnssector is het dit jaar
mogelijk gebleken een sluitende begroting samen te stellen. Met de kortingen op de overheids-
uitkeringen zal dat de komende jaren veel problemen geven.
In 1989 heeft de raad een rampenplan, delen 1 en 2 naar stadsgewestelijk model, vastgesteld. De
ontbrekende delen 3 en 4, inventarisatiegegevens en instructies, moeten nog worden vastgesteld.
Deze delen worden voorbereid door de regionale werkgroep Coördinatie Rampenplannen. Er wordt
naar gestreefd in 1992 tot een afronding te komen. Ook met de buurgemeente in België zal een
praktische hulpverlenings- en bijstandsovereenkomst worden gesloten. In de bijstelling van de
regionale brandweer en de overname daarvan door de stad Breda is veel tijd gaan zitten.
Voor de bouw van een sociaal cultureel centrum in Ulvenhout wordt een beroep gedaan op de
algemene reserve grondbedrijf. In de B.I.E.O. staat ƒ.900.00, vermeld. Intussen is bekend dat
daarmee ƒ.1.100.000, gemoeid is. De bouw van een dergelijke accommodatie in Bavel zal zeker
niet zonder financiële consequenties blijven. Bovendien leven er nog meer wensen. Dat geeft zorgen
voor de toekomstige financiële huishouding van de gemeente. Met name in de exploitatiesfeer is
voorzichtigheid geboden. Met name voor De Leeuwerik in Galder wordt gezocht naar een verbete
ring van het exploitatiesaldo. Aan de andere kant hoopt het college enig financieel voordeel voor de
meerjarenbegroting te behalen door de vervroegde aflossing van twee leningen; een van 10,1% en
een van 12%. Waar mogelijk wordt kostenbesparend gewerkt. Voorbeeld daarvan is het samen
brengen van alle gemeentelijke belastingen op één aanslagbiljet. Een en ander zal door een goede
voorlichting begeleid worden. Ook in de subsidiesfeer wordt geprobeerd het nodige binnen te halen.
Ter verbetering van de kredietbewaking binnen de grondexploitatie fungeert een planteam. Afwijkin
gen ten opzichte van geldende exploitatieopzetten worden gerapporteerd aan het college. Dat is een
voortdurende bron van zorg. De kredietbewaking op de algemene dienst is op dit moment sterk
output georiënteerd en wordt aangestuurd vanuit het bureau financiën. Dreigende kredietoverschrij
dingen kunnen daardoor tijdig worden gesignaleerd en zonodig wordt de raad daarover geïnformeerd.
Een nog meer gedisciplineerde kredietbewaking heeft de aandacht van het college.
Door de Vrouwen Advies Raad is een rapport over sociale veiligheid opgesteld. Bij het opzetten van
ontwerp bestemmingsplannen wordt daarmee rekening gehouden. Een belangrijk aspect daaruit is een
goede openbare verlichting. Dat staat echter op gespannen voet met het milieustreven.
Bij de besluitvorming rond het monumentenbeleid zullen de financiële consequenties daarvan
duidelijk moeten worden afgesproken, ook in relatie tot andere zaken.
Het college zal bezien in hoeverre de informatieverschaffing aan de burgers nog verbeterd kan
worden. Het ter inzage leggen van alle commissiestukken voert te ver. In de commissie A.B.A.M.
zal besproken worden hoever daarin moet worden gegaan. Het college is geen voorstander van
invoering van een openbaar vragenuur. De burger betrekken bij het te voeren beleid kan ook via
actieve voorlichting, via informatieavonden, via het spreekrecht bij commissievergaderingen. Binnen
het kader van het Reglement van Orde moet bezien worden of het houden van een rondvraag wel
zinvol is. Vragen moeten daar worden weggelegd, waar zij zinvol behandeld en afgewerkt kunnen
worden. Bij het samenstellen van het nieuwe collegeprogramma is vastgelegd dat het betrekken van