14
Bij de bouw van huurwoningen wordt geprobeerd deze zodanig op te zetten dat zij naderhand
aanpasbaar zijn voor gehandicapten. Woningbouwvereniging St. Laurentius is bereid een aantal van
die voorzieningen bij de nieuwe projecten mee te nemen.
De heer POSTHUMA vraagt ook bouwers van particuliere woningen bij nieuwbouw reeds op die
mogelijkheden te wijzen.
Wethouder ZWIJNENBURG zal bekijken op welke wijze deze suggestie uitgewerkt kan worden.
Leefbaarheid heeft nog eens geïnformeerd naar de redenen waarom het college heeft besloten tot
projectmatig bouwen. Dat zijn geweest: de zorg voor de stedebouwkundige kwaliteit, de vorming van
betaalbare percelen in relatie tot de ligging en de inschatting dat niet iedereen de organisatie van het
zelf bouwen op zich wil nemen. Die argumenten zijn voor een deel plaatsgebonden. Het is niet de
bedoeling in de toekomst nog uitsluitend projectmatig te laten bouwen.
De heer J. VAN GILS merkt in dit verband op dat onlangs nog twee personen in Bavel individueel
mochten gaan bouwen. Anderzijds worden anderen naar bestaande projecten verwezen. Zolang
bepaalde projecten niet volledig zijn verkocht, wegens onvoldoende belangstelling, worden de overige
belangstellenden voor dat project gedupeerd.
Wethouder ZWIJNENBURG verwacht dat de bouw van bedoeld project eerdaags toch van start kan
gaan. Een belangrijke factor in het bereiken van de beoogde doelgroep is de berekende grondprijs.
Voor een bouwkavel in de vrije sector ligt die al gauw ƒ.50.000, hoger.
Onder het hoofdstuk volksgezondheid geeft Leefbaarheid aan alle subsidiemogelijkheden goed te
benutten. Het college is daar zeer attent op, daar mag de raad van verzekerd zijn. In samenwerking
met het Hoogheemraadschap West-Brabant wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om in de
onrendabele delen van het buitengebied alsnog aansluitingen op de riolering mogelijk te maken. In
totaal betreft dat 70 woningen, deels illegale vakantiewoningen niet meegerekend. In totaal betreft het
een investering van ƒ.2.000.000, welke mede in het licht van het lozingsbesluit op de gemeente
afkomt. De bijbehorende rapportage zal nog enige tijd op zich laten wachten.
Tot slot wordt de beantwoording van de Algemene Beschouwingen overgenomen door wethouder
VAN DER WESTERLAKEN.
Terecht zijn alle fracties ingegaan op de milieuparagraaf. Het is niet best gesteld met ons milieu.
Verdroging - verzuring - vervuiling en ander soort rampen bedreigen het. Ook op gemeentelijk
niveau zullen maatregelen genomen moeten worden. Daartoe is een milieu-actieplan aan de raad
aangeboden. Dat plan mag niet gezien worden als een afgerond geheel maar als een aanzet om te
komen tot een verantwoorde afweging van belangen. Een poging om tot een goede verdeling van de
schaarse middelen te komen. Er is veel energie en zorg in dit plan gestoken. Het vormt dan ook een
verantwoorde basis om de discussie aan te gaan. De suggestie van het C.D.A. voor het verzamelen
en versnipperen van het snoeihout wordt meegenomen in diezelfde discussie. Nu verdwijnt nog 70%
van het snoeihout naar het stort, hetgeen ongewenst wordt geacht. Verwerking van de snippers is
alleen mogelijk in dicht bosplantsoen en op paden. Voor het overschot moet nog een oplossing
worden gevonden. Het verwerken van snoeihout is ook mogelijk maar daar hangt dan wel een
prijskaartje aan. De opmerking dat ecologisch bermbeheer niet ten koste mag gaan van verkeersvei
ligheid en tot overlast op de belendende percelen mag leiden, wordt onderschreven. Daarbij wordt
opgemerkt dat de bermen de komende jaren zullen verschralen omdat het maaisel wordt afgevoerd.
Daardoor zal een flora ontstaan die zich wel op de bermen maar niet op de voedselrijke gronden kan
ontwikkelen. Distels behoren voor de bloei gemaaid te worden. Het streven van het college is er op
gericht de chemische onkruidbestrijding nog binnen deze zittingsperiode af te bouwen. In de wijken