Markdal I en II heeft de afgelopen jaren geen chemische onkruidbestrijding plaatsgevonden. Voor het
onderhoud van de trottoirs is dit najaar een mechanische handborstelveegmachine gekocht. Niet
spuiten geeft een ander beeld in de straat, zonder dat sprake is van een mislukking. Wel zal de
komende jaren meer ervaring worden opgedaan.
Met de P.v.d.A.-fractie is wethouder VAN DER WESTERLAKEN van mening dat er nog een
onvoldoende coördinatie plaatsvindt op de verschillende beleidsterreinen om te komen tot een verant
woorde milieuzorg. Dat er duidelijk aan gewerkt wordt is echter zeker. Dat de confrontatie met
andere belangen niet door iedereen op dezelfde manier beoordeeld wordt blijkt wel uit de verschillen
in benadering van de onderscheiden fracties en de daarbij naar voren gebrachte voorbeelden.
Ten aanzien van duurzaam bouwen zal het college daar waar het een vinger in de pap heeft de
milieuschade zoveel mogelijk beperken. Bij de nieuwbouw van sociaal culturele accommodaties in
zowel Bavel als Ulvenhout liggen mogelijkheden daaraan iets te doen. Het terugdringen van het
gebruik van tropisch hardhout is een bewustwordingsproces dat enkele jaren zal vergen. De gemeente
kan daarin een voorbeeldrol vervullen. De milieutechnische samenwerking verloopt tot heden volgens
planning. Aan het einde van het jaar zal een evaluatie worden opgesteld en aan de commissie VROM
worden voorgelegd. Begin 1992 zal het college een voorstel aan de raad doen omtrent mogelijke aan
sluiting bij het klimaatverbond. Over de sluiting van de vuilstort Bavel/Dorst zijn een aantal
problemen gerezen. Zo heeft zich een probleem van zettingsverschillen in de ondergrond van de
nieuwe stortplaats Zevenbergen aangediend. Vanwege de voorbelasting van die grond zal Zevenber
gen tenminste drie maanden later op kunnen starten. Bij de MER-procedure wordt geen grote
vertraging verwacht. In de aanstaande stadsgewestraadsvergadering zal diepgaand over dit punt
gediscussieerd worden. Er ligt een relatie tussen het openstellen van de stortplaats Zevenbergen en
sluiting van Bavel/Dorst. De wethouder verwacht de definitieve sluiting eind 1992.
De heer J. VAN GILS wijst er in dit verband op dat de stortvergunning augustus 1992 verloopt.
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat de exploitant, Grontmij, de provincie zal
verzoeken de bestaande vergunning met een drietal maanden te verlengen.
De heer H. VAN GILS is van mening dat het stadsgewest verantwoordelijk is voor de stortplaats.
Grontmij is een uitvoerend orgaan.
Aan de fractie Gemeentebelangen Bavel antwoordt de wethouder dat het ingezamelde Klein Chemisch
Afval wordt aangeboden aan de firma Boon die daarvoor een erkenning heeft.
De heer VAN YPEREN vraagt bij Boon op te vragen op welke wijze het aangeboden KCA wordt
verwerkt. Als de burger de moeite neemt om het KCA in te zamelen en het wordt vervolgens onge
controleerd gestort in Oost Duitsland dan heeft de burger recht dat te weten.
De wethouder is daartoe wel bereid maar hij is ook van mening dat niet de gemeente maar de
vergunningverlenende instantie als controlerend orgaan moet optreden. De VOORZITTER verzoekt
de interrupties in eerste termijn te beperkein en eventuele opmerkingen tot de tweede termijn te
bewaren.
Met genoegen heeft wethouder VAN DER WESTERLAKEN kennis genomen van de waardering van
Gemeentebelangen Bavel voor het gepresenteerde milieu-actieplan. Die fractie vraagt nu prioriteiten
vast te stellen in verband met de beschikbare middelen en alle mogelijkheden tot fondsverwerving te
benutten. Deze suggesties worden graag overgenomen. Een praktisch voorbeeld van de hiervoor
bedoelde werkwijze is de milieutechnische samenwerking. De kosten voor 1991, 100.000, zijn
betaald uit de bijdrage van het Bugem, de bijdrage uit het NMP+ en de uitkering uit het gemeente
fonds. Laatstgenoemde uitkering is geoormerkt voor de uitvoering van het milieubeleid. Die bijdra-