-6-
Het aantal uren waarop wordt ingetekend is aan de voorzichtige kant maar wel
gebaseerd op reële cijfers. Een bijstelling voor volgende jaren ligt daarom
niet in de lijn van de verwachtingen.
De VOORZITTER antwoordt dat dit voorstel niet zonder financiële consequen
ties zal blijven. Deze zullen inzichtelijk gemaakt worden en op korte ter
mijn gepresenteerd worden.
De heer POSTHUMA ziet het aktieplan met belangstelling tegemoetUit het
antwoord van de wethouder begrijpt hij dat alleen hinderwetzaken uitbesteed
zullen worden. Mag daaruit worden afgeleid dat de gemeente voldoende in
staat is de overige milieutaken zelfstandig te behartigen?
De heer H. VAN GILS mist nog steeds het inzicht in de financiële consequen
ties van dit voorstel.
De heer VAN YPEREN is van mening dat het aangekondigde aktieplan gebaseerd
moet zijn op het gemeentelijk milieubeleidsplan. Laatstgenoemd plan wordt
pas in mei aan de raad aangeboden. Dat is geen juiste afstemming. In het
voorstel staat vermeld dat de kosten van de nieuwe overeenkomst gelijk zijn
aan de kosten van de oudeDat betekent budgettair neutraalgeen consequen
ties dus
De heer VAN GESTEL gaat ervan uit dat de in de afgelopen jaren verbeende
hinderwetvergunningen van een behoorlijk niveau zijn. Uitbesteding van werk
zaamheden in het kader van de Hinderwet kan zich daarom beperken tot specia
listische bedrijven. Het aantal te huren uren dient zich te beperken tot het
aangegeven 0,3 manjaar. Als dat niet het geval is zal dat een verdere verho
ging van de kosten van een Hinderwetvergunning tot gevolg hebben
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat alle gemeenten van Nederland
voor 1 januari 1994 met de hinderwetvergunningen op een adequaat niveau moe
ten zitten. Daarom moet een inhaalprogramma worden uitgevoerd. Voor sommige
bedrijven zal dat leiden tot een verzwaring van de voorwaarden. Om deze ach
terstand weg te werken stelt het rijk jaarlijks gelden beschikbaar aan de
gemeenten. Om het inhaalprogramma voor 1 januari 1994 af te ronden zal op
enig moment een aanvullend krediet noodzakelijk zijn. In algemene zin is de
eigen milieudienst voldoende in staat haar taken uit te voeren. Het hiervoor
genoemde inhaalprogramma geeft aanleiding een beroep te doen op de milieu
technische samenwerking. Het gemeentelijk milieubeleidsplan wordt in de loop
van 1991 gepresenteerd; de milieutechnische samenwerking vormt een van de
speerpunten van dat beleid.
De heer J. VAN GILS geeft aan dat in de begroting 1991 voor milieutechnische
samenwerking een bedrag van f.850,wordt geraamd. Daarvan kan geen 0,3
manjaar worden betaald zoals in het voorstel wordt aangegeven.
De VOORZITTER antwoordt dat de winst van dit voorstel vooral moet worden ge
zocht in de brede aandacht voor het milieu welke daaruit voortvloeit. Rijk
en Provincie zijn bereid daarvoor middelen beschikbaar te stellen. Het col
lege zal op korte termijn aangeven tot welke financiële consequenties voor
de gemeente dit zal leiden.
Met inachtneming van de toezeggingen door het college wordt dit voorstel
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor een korte koffiepauze.
Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde