GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
De Raad van de gemeente Nieuw-Ginneken in zijn openbare vergadering van
1 november 1991;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 8 oktober 1991;
gelet op de gemeentewet;
vast te stellen de volgende VERORDENING TOT (6e) WIJZIGING VAN DE "VER
ORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN
EEN BELASTING OP HONDEN".
Artikel 1
Artikel 2, lid 3 en 4 worden gewijzigd als volgt:
"3. Het hoofd van een huishouden wordt geacht houder te zijn van de
hond of de honden, die de overige leden van het huishouden in be
zit, ter verzorging of onder toezicht hebben;
4. Als leden van een huishouden worden beschouwd bloed- en aanverwan
ten, pleegkinderen, inwonend personeel, alsmede alle andere perso
nen, die -naar de omstandigheden beoordeeld- bij het hoofd van het
huishouden inwonen."
Artikel 2
Artikel 10 komt te vervallen.
Artikel 3
Onheffing
1. Indien tussen 1 januari en 1 juli van het belastingjaar de belas
tingplichtige ophoudt houder van een hond te zijn, zonder dat in de
loop van hetzelfde belastingjaar opnieuw belastingplicht intreedt,
wordt voor de helft van de voor de hond geheven belasting ontheffing
gegeven, mits vóór 15 juli van het belastingjaar, of indien het be
lastingbiljet een latere dagtekening heeft dan 30 juni van het be
lastingjaar, binnen 14 dagen na die dagtekening, een verzoekschrift
daartoe bij burgemeester en wethouders is ingediend.
2. Ingeval de belastingschuldige is aangeslagen voor meer dan één hond,
bedraagt de ontheffing bedoeld in het eerste lid van dit artikel
voor elke hond, welke niet meer gehouden wordt, de helft van het be
drag, dat voor de hond verschuligd is.
BESLUIT: