Een steunpunt wordt door spreker gezien als een plaats waar ouderen elkaar ontmoeten, waar zij gezamenlijk kunnen eten en waar een stuk dienstverlening verstrekt kan worden. Om zo'n steun heen zou de ouderenhuisvesting gegroepeerd moeten worden. Hij vraagt wat de wethouder vindt van een zich op die wijze ontwikkelend ouderenbeleid voor de verschillende kernen. Een antwoord op de vraag waarom inschrijfgeld voor woningzoekenden moet worden geheven ziet hij nog tegemoet. Over het te formuleren minimabeleid wil hij eind 1992 in de commissie Welzijn verder van gedachten wisselen aan de hand van een anoniem overzicht van de verstrekte bijzondere bijstand over dat jaar. In het kader van de mobiliteit worden gehandicaptenbeleid en ouderenbeleid door spreker onder een noemer gebracht. Met name over de mobiliteit van ouderen zijn door hem in een eerder stadium opmerkingen gemaakt. Het stuit hem overigens tegen de borst dat gehandicaptenbeleid onder het hoofdstuk volksgezondheid wordt behandeld, samen met rioleringen, waterzuivering e.d.. Onder het hoofdstuk sociale dienstverlening komt dit zorggebied beter tot zijn recht. Bij de bezuinigingen op de sector welzijn wil zijn fractie, in tegenstelling tot andere fracties, niet bij voorbaat bepaalde groepen - zoals jongeren en ouderen - daarvan uitzonderen. Eerst moet bekeken worden of op de indirecte kosten bezuinigd kan worden en daarna moet gekeken worden hoe op het grote geheel van welzijn bezuinigingen zijn toe te passen. Naar aanleiding van het antwoord van wethouder van der Westerlaken over bermbeheer merkt de heer VAN GESTEL op dat een zodanig systeem moet worden ontwikkeld dat een dikke voldoende wordt verkregen. Er moet zo veel als mogelijk met mechanische middelen worden gewerkt en waar dat niet kan moeten op een bewuste manier chemische middelen worden toegepast. Het is niet geoorloofd dat er ongelukken gebeuren omdat de gemeente zo milieubewust bezig is, het wegdek moet vrij van begroeiing zijn. Verschraling van de wegbermen leidt tot een andere vegetatie, dat is juist. Voordat het zover is zullen vele jaren verstreken zijn. Om geen overlast aan de belendende percelen te bezorgen moet er voor de zaadvorming van de (on)kruiden worden gemaaid. Bovendien moet het maaisel worden afgevoerd (naar de compostering van het stadsgewest?). Bij de evaluatie van alternatieven voor chemische onkruidbestrijding ziet spreker een reëel inzicht in de kosten tegemoet. Nu alle gemeentelijke belastingen op één aanslag bijeen worden gebracht wordt dat voor veel gezinnen een hoog bedrag om in een keer te betalen. Spreker verzoekt het college te onderzoeken of inning per kwartaal mogelijk is en wat de daaraan verbonden consequenties zijn. Met het kwijtschel- dingsbeleid kan slechts een beperkt aantal gezinnen worden geholpen terwijl betaling in vier termijnen voor veel gezinnen een verademing zou betekenen. De heer BASTIAANSSEN vraagt opnieuw aan te geven wat maatgevend is voor de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. Is dat een artikel in de krant waarin staat dat binnen 15 jaar een x - aantal agrarische bedrijven zal verdwijnen, is dat de structuurschets voor Nieuw-Ginneken, is dat het landinrichtingsplan of is alleen het streekplan van de provincie maatgevend. De heer J. VAN GILS verwondert zich over de opwinding die is ontstaan over de opmerking dat een aantal zaken lang op zich laat wachten. De voorzitter heeft een opsomming gegeven van een aantal zaken die wel aan de orde zijn gekomen. Dat daar een behoorlijke mate van unanimiteit over was binnen deze raad is ook correct. Bij enkele voorstellen, of onderdelen daarvan, heeft zijn fractie overigens de aantekening "tegen" laten stellen. Het college kondigt zelf een aantal zaken aan die vervolgens niet uitkomen of lang op zich laten wachten. Dat wekt de indruk dat het college soms te veel hooi op de vork wil nemen, dat is niet gezond. Terecht heeft het college aangegeven dat zo'n ƒ.3.000.000, aan subsidies is binnengehaald. Voor een deel betreft dat zaken die het vorig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 626