De heer GEERTS weet dat voor de groepen die pas in de volgende jaren onder de werking van de
wet vallen vooruit gelopen kan worden op de inwerkingtreding daarvan. Hij vraagt om een visie op
die anticipatiemogelijkheid.
Wethouder ROPS zegt toe dat daarover een standpunt zal worden ingenomen. Aanvullend stelt de
VOORZITTER dat aan die invulling pas gewerkt kan gaan worden als daarover overeenstemming is
bereikt binnen de RBA. Er zijn nogal wat problemen geweest over de afstemming tussen de
marktsector en de collectieve sector. Zonder die overeenstemming kan de portefeuillehouder in het
stadsgewest daar niet aan gaan werken. Dat is een van de verschillen tussen het JWG en de
banenpools.
De projectgroep sociaal culturele accommodatie Bavel moet zich richten op het programma van
eisen, de lokatiekeuze en het komplan. Het vooroverleg met de eindgebruikers zal zich moeten
beperken tot een afvaardiging uit de projectgroep. In Galder is dezelfde formule toegepast. Een
taakomschrijving zoals door de heer Garcia gevraagd gaat wethouder ROPS te ver. Met de P.v.d.A.-
ffactie is hij van mening dat het college zich het komend jaar moet bepalen tot het speerpuntenbeleid;
ook ten aanzien van de gehandicaptenzorg. Wat de buitenschoolse opvang betreft geeft hij de
verzekering dat het college ook daar aandacht voor heeft.
Wethouder ZWIJNENBURG beantwoordt de vragen die er voor zijn portefeuille zijn blijven liggen.
Bij de toewijzing van bouwgrond worden mensen benaderd uit de doelgroep in de volgorde van het
punten aantal. Als het om premie-A woningen gaat worden de daarvoor ingeschrevenen benaderd.
Via de makelaar kunnen zij dan hun concrete belangstelling kenbaar maken. Aan de hand van het
overzicht dat dan ontstaat bepaalt het college de volgorde van toekenning op basis van het punten
aantal. Voor vrije sector woningen wordt doorgaans een andere categorie ingeschrevenen benaderd.
Met betrekking tot de richtgetallen voor de verschillende categorieën te bouwen woningen heeft de
wethouder vorig jaar geantwoord dat het weinig zin had tegen de uitkomsten van de kort daarvoor
vastgestelde formule te stemmen. Dit jaar heeft hij in de RVC tegen het gevoerde beleid gestemd.
Tegen het beleid waar het gaat om de aantallen maar ook tegen de onderverdeling tussen vrije sector
en sociale sector.
De heer VAN YPEREN vraagt waarom dit jaar wel en vorig jaar niet is tegen gestemd.
Wethouder ZWIJNENBURG antwoordt dat vorig jaar de uitkomst van de formule aan de orde was,
dit jaar heeft hij het beleid kritisch benaderd. Om toch een groter aantal woningen te mogen bouwen
kunnen verschillende wegen bewandeld worden. Gepoogd kan worden de formules te veranderen,
ook kan geprobeerd worden een afwijkende toewijzing te verkrijgen. Wordt bij af begonnen dat gaan
we terug naar 1985. Het tijdstip waarop de streekplan West-Brabant van kracht is geworden. Dat
streekplan ligt opnieuw ter visie en het college zal zeker gebruik maken van de kansen die dat bied.
Overigens is in het verleden geleend bij de toekomst; dat betekent ook dat er terugbetaald moet
worden.
Voor de verbetering van de verkeersveiligheid in de woonwijken is dit jaar ƒ.50.000, opgeno
men. Dat is te weinig. Vorig jaar was niets opgenomen en in de daarvoor liggende jaren was wel een
bedrag opgenomen maar werd niets uitgevoerd.
De heer VAN YPEREN merkt op dat hij ook toen heeft gevraagd daar iets mee te doen. Steeds
kwam als antwoord, we gaan daar een beleid voor opstellen.
De heer VAN GESTEL brengt in herinnering de plannen die bestonden voor het verkeersveilig
maken van Markdal I en II. De buurtbewoners kwamen er niet uit, de ambtenaren kwamen er niet uit
en ook bestuurlijk werd geen oplossing gevonden.