Het verlof dient in zijn geheel te zijn genoten binnen een jaar na de door belanghebbende gewenste aanvangsdatum. 3. De belanghebbende meldt het voornemen om ouderschapsverlof op te nemen ten minste drie maanden van de door hem gewenste ingangsdatum door middel van het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier. Artikel 4 1. Gedurende het ouderschapsverlof heeft de belanghebbende die wordt bezol digd volgens schaal 4 of hoger van de bezoldigingsverordening, recht op doorbetaling van 75 procent van de bezoldiging over de arbeidsduur waar voor het ouderschapsverlof geldt. 2. Voor de belanghebbende die wordt bezoldigd volgens de schalen 1, 2 of 3 van de bezoldigingsverordening, geldt een recht op doorbetaling zoals vermeld in lid 1, van respectievelijk 90, 85 of 80 procent van de bezol diging. 3. Er komt als gevolg van de toekenning van het ouderschapsverlof geen ver andering in - de omvang van de bijdrage die belanghebbende aan het Instituut Ziekte kostenvoorziening Ambtenaren verschuldigd is; - het inhoudingspercentage krachtens de Inhoudingswet overheidspersoneel 1982; - het pensioenbijdrageverhaal dat belanghebbende verschuldigd is. 4. Gedurende het ouderschapsverlof vindt de opbouw van de vakantietoelage plaats op basis van de bezoldiging die belanghebbende conform lid 1 of 2 geniet. In de situatie als bedoeld in artikel 5, lid 3laatste volzin vindt de opbouw van de vakantietoelage plaats op basis van de ongekorte bezoldiging. Artikel 5 1Over de periode waarvoor het ouderschapsverlof geldt wordt op de door be langhebbende op te bouwen aanspraken op verlof en arbeidsduurverkorting een korting toegepast, die evenredig is aan de omvang en de duur van het verlof. 2. Indien de belanghebbende gedurende het ouderschapsverlof wegens ziekte niet in staat is zijn betrekking te vervullen, vindt geen opschorting van dit verlof plaats. 3. Indien belanghebbende gedurende de periode van het ouderschapsverlof ziek wordt, blijft gedurende de eerste tien aaneengesloten werkdagen de voor hem tijdens het ouderschapsverlof geldende bezoldiging ongewijzigd. In dien de ziekteperiode langer duurt dan tien werkdagen, wordt met ingang van de elfde dag de korting die plaatsvindt op grond van artikel 4 beëin digd Artikel 6 1. Indien aan de belanghebbende binnen zes maanden nadat hij ouderschapsver lof op grond van deze verordening heeft genoten, ontslag wordt verleend op grond van artikel H4 lid 1 of artikel G2 lid 1 onder j van het Alge meen Ambtenarenreglement, is hij verplicht de bezoldiging die hij op grond van artikel 4, lid 1 of 2 heeft genoten, terug te betalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 653