-3-
Een aparte bepaling, inhoudende dat bij roosterdiensten een afwijken
de regeling kan worden getroffen, is door de algemene formulering van
lid 2 overbodig.
Lid 3- Er is voor een ruime aanvraagtermijn gekozen om de gemeente in de
gelegenheid te stellen de vervanging naar behoren te regelen.
Artikel 4
Lid 1
en 2. Wij gaan ervan uit dat de genoemde salarisschalen op BBRA-niveau lig
gen. Wanneer men wordt bezoldigd overeenkomstig de schalen 1, 2 of 3
wordt een hogere compensatie toegekend om te voorkomen dat in deze
salarisgroepen het verlies van inkomsten zo bezwaarlijk wordt, dat
men geen gebruik van de regeling maakt. De hogere compensatie is ge
bonden aan de schaal en niet aan het regelnummer. Gebleken is name
lijk dat de geringe deelname vooral samenhangt met het vervullen van
bepaalde functies juist in de lagere schalen.
Lid 3» Over de tijd dat hij ouderschapsverlof geniet is de belanghebbende
die ambtenaar is in de zin van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet
pensioenbijdrageverhaal verschuldigd conform artikel 8, lid 3 van het
Verhaalsbesluit Algemene Burgerlijke Pensioenwet. Dit houdt in, dat
het verhaal plaatsvindt alsof er geen verlof wordt genoten. In de
oude regeling werd het gedeelte dat verschuldigd was over de in ver
band met het ouderschapsverlof niet gewerkte uren door de werkgever
gecompenseerd. Het inhoudingspercentage krachtens de Inhoudingswet
Overheidspersoneel 1982 en de IZA-premie (werkgevers- en werknemers
deel) ondergaan geen wijziging ten gevolge van het ouderschapsverlof.
De omvang van de betrekking als zodanig blijft gelijk. Zou dit niet
zo zijn, dan zou een groot aantal belanghebbenden op een deeltijd
functie van minder dan 50 procent uitkomen en dus buiten de IZA-rege-
ling vallen. Bovenvermelde inhoudingen volgen uit de toepasselijke
regelingen, maar zijn voor het gemak bij elkaar in dit artikel opge
nomen
Lid 4. In de oude regeling was het onduidelijk hoe de vakantietoelage werd
opgebouwdNu is bepaald dat dat over de gekorte bezoldiging ge
schiedtbehalve als in verband met langdurige ziekte de bezoldiging
weer op het oude niveau wordt teruggebracht
De aanspraak op aan het inkomen gerelateerde uitkeringen zoals wacht
geld blijft tijdens het ouderschapsverlof gebaseerd op het inkomen
uit de ongekorte bezoldiging.
Artikel 5
Lid 1. De evenredigheid heeft betrekking op de toe te passen deeltijdfactor
en de duur van het verlof. Berekening vindt plaats per maand op de
wijze die voor deeltijders gebruikelijk is.
Lid 2. Bij ziekte vindt geen opschorting van het verlof plaats. Van ver
schillende kanten is erop aangedrongen wel opschorting te laten
plaatsvinden als belanghebbende bij de aanvang van het verlof al ziek
is. Er is voor gekozen om dit niet nader te regelen; er kunnen wel op
locaal niveau nadere spelregels worden afgesproken.