3
2. De leden van het algemeen bestuur, bedoeld in het eerste lid,
onder a, worden benoemd door de raden van de betreffende
gemeenten, in elk samenwerkingsgebied, als bedoeld in artikel
2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, gezamenlijk één
lid, zulks op voordracht van het bestuur van de provinciale
afdeling van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
3. Het lid van het algemeen bestuur, bedoeld in het eerste lid
onder b, wordt benoemd door de provinciale staten van deelne
mende provincies.
4. Het lid van het algemeen bestuur, bedoeld in het eerste lid
onder c, wordt benoemd door de algemene besturen van deelne
mende waterschappen, op voordracht van de provinciale water
schapsbonden
5. De griffier of secretaris van een deelnemer kan ook als lid
van het algemeen bestuur worden aangewezen.
ARTIKEL 6
ONVERENIGBARE BETREKKINGEN
Lid van het algemeen bestuur mogen niet zijn zij, die in dienst
betrekking bij het lichaam werkzaam zijn.
ARTIKEL 7
ZITTINGSDUUR
1. De leden van het algemeen bestuur treden af met ingang van de
dag, waarop de zittingsperiode van de organen, die hen hebben
benoemd, afloopt.
2. Na aftreding zijn zij direct herbenoembaar.
3. Aftredende leden, die overigens blijven voldoen aan de ver
eisten voor het bestuurslidmaatschap, oefenen hun functies
uit totdat hun opvolgers zijn benoemd.