HOOFDSTUK IV
BEVOEGDHEDEN VAN DE BESTUURSORGANEN
ARTIKEL 22
ALGEMEEN
1Ter behartiging van de in artikel 2 omschreven belangen
worden aan het lichaam dezelfde bevoegdheden van regeling en
bestuur toegekend, die een provincie, een gemeente en een
waterschap terzake hebben, met inachtneming van het bepaalde
in artikel 76 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
2Het algemeen bestuur kan met het oog op de behartiging van
bepaalde belangen, commissies instellen.
3De bevoegdheden van de deelnemers terzake van het doel van
deze regeling houden op te bestaan, zodra de uitoefening
daarvan in strijd is met het bepaalde in deze regeling en de
uitvoering daarvan, dan wel met de aard en de strekking van
de in de regeling vervatte samenwerking.
ARTIKEL 23
TAAK EN BEVOEGDHEID VAN HET ALGEMEEN BESTUUR
Tot de competentie van het algemeen bestuur behoort:
a. het bepalen van de vestigingsplaats(en) van de bestuursacade-
mie;
b. het vaststellen van de jaarlijkse begroting en het voorlopig
vaststellen van de rekening, alsmede het geven van regels
betreffende het financieel beheer, waaronder begrepen de
administratie, controle, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid;
c. het kopen, ruilen, vervreemden en bezwaren van onroerend
goed
d. het aangaan van geldleningen;
e. het treffen van rechtspositieregelingen voor het personeel;
f. het benoemen en ontslaan van en het vaststellen van een
instructie voor de directeur;
8