Artikel 4
Tarief Het staangeld bedraagt per ingenomen standplaats
f per maand
Artikel 5
Aanvang en einde 1. Indien de belastingplicht in de loop van de belas
belastingplicht tingmaand aanvangt, wordt het staangeld geheven
over zoveel dertigste of eenendertigste gedeelten
als na aanvang van de belastingplicht nog volle
kalenderdagen in de belastingmaand overblijven.
2. Indien de belastingplicht in de loop van de belas
tingmaand eindigt of de belastingplichtige tijdig
heeft opgezegd (dat wil zeggen minimaal 1 maand
voor het verlaten van de standplaats)wordt ont
heffing verleend over zoveel dertigste of eenen
dertigste gedeelten van het staangeld als er na
het tijdstip van beëindiging van de belasting
plicht nog volle kalenderdagen overblijven.
Artikel 6
Tijdstip ontstaan van: Het staangeld wordt verschuldigd bij de aanvang van
de belastingschuld de maand waarin belastingplichte standplaats heeft,
danwel indien de belastingplicht in de loop van de
maand aanvangt op dat tijdstip.
Artikel 7
Wijze van heffing en 1Het staangeld wordt geheven door middel van een
tijdstip van betaling gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
2. Het staangeld moet worden betaald binnen 8 dagen
na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 8
Vrijstelling Het staangeld wordt niet geheven indien voor het in
nemen van een standplaats met een woonwagen in de be
taling van een verschuldigde vergoeding is voorzien
krachtens een huurovereenkomst naar burgerlijk recht.
Artikel 9
Delegatie Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeen
te-ambtenaren aanwijzen die in hun plaats treden met
betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke
bepaling betreffende de heffing of de invordering van
de belasting, danwel deze zaak overdragen aan een met
name te noemen organisatie.