11 De heer VAN YPEREN wil niet in herhaling vallen van zijn opmerkingen gemaakt tijdens de commissievergadering. Hij neemt genoegen met toezegging door de wethouder dat een programma van aanpak wordt opgesteld. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 17. VOORSTEL OM IN TE STEMMEN MET DE GEMEENTELIJKE MONUMENTENNOTA. Evenals bij de vorige nota is ook nu weer sprake van een goed stuk. De heer WILLEMSEN vraagt zich echter af of de lijst van gemeentelijke monumenten niet te lang is geworden. Overigens legt hij zich neer bij het deskundig advies daarover. Er wordt een gemeentelijk restauratiefonds gevormd waarin het eerste jaar 100.000, wordt gestort en vervolgens elk jaar /.50.000, Voor de verdeling daarvan stelt het college voor de 30% sleutel toe te passen, afhankelijk van de beschikbare middelen. Spreker vraagt hoe het college meent tot een rechtvaardige verdeling te kunnen komen in jaren waarin erg veel of juist heel weinig aanvragen zijn. Bij het aantal genoemde bakovens, 7, zet hij een vraagteken alsmede bij de genoemde restauratiekosten daarvan. Door vaststelling van deze monumentennota zal het mogelijk worden een actief monumentenbeleid te voeren. De heer GARCIA zet echter vraagtekens bij de verdeling van de beschikbare middelen. De heer H. VAN GILS gaat akkoord met de nota en het instellen van een monumentenfonds. Mocht het in een bepaald jaar niet mogelijk zijn ƒ.50.000, uit de algemene middelen voor dat fonds beschikbaar te stellen dan is zijn fractie bereid daarvoor een beroep te doen op reserves. Opnieuw spreekt de heer VAN YPEREN zijn waardering uit voor een gepresenteerde nota. Er is maar één punt dat naar zijn mening anders moet worden geregeld. De aanwijzing en registratie van een rijksmonument brengt beperkingen van de gebruiksmogelijkheden met zich mee. De aanwijzing tot gemeentelijk monument brengt ook beperkingen met zich mee. Die aanwijzing wordt niet geregis treerd in de openbare registers, de gemeente heeft slechts een beperkt budget beschikbaar en heeft maar weinig mogelijkheden tot sancties. Hij stelt voor over te gaan tot sociale vernieuwing tot behoud van het cultuurgoed en monumenten. Dat kan worden bereikt door het sluiten van overeen komsten met de verschillende eigenaren. Met zo'n wilsovereenkomst kan meer bereikt worden. Bovendien gaan bij verkoop de lasten en lusten over op de nieuwe eigenaar. Wethouder VAN DER WESTERLAKEN schuift de uitgesproken waardering graag door naar de samenstellers daarvan. Zowel voor deze nota als voor het milieu-actieplan bestaat veel belangstelling in de regio omdat zij uniek zijn. Bij de nota is een overzicht gevoegd waarin een opsomming wordt gegeven van de, in de eerstkomende 5 jaar, te verwachten restauratiekosten aan gemeentelijke monumenten. Wordt deze kostenraming door 5 gedeeld dan komt dat neer op ƒ.80.000, per jaar bij een te hanteren subsidiepercentage van 30%. Ingediende aanvragen zullen beoordeeld worden door de monumentencommissie, mede om het subsidiabele bedrag vast te stellen. Aan de hand van dit advies besluiten burgemeester en wethouders over toekenning. De waarde, welke door de V.V.D.-fractie aan het behoud van ons cultuurgoed wordt toegekend, wordt het best geïllustreerd met de toezegging daar zo nodig reserves voor beschikbaar te willen stellen. De wethouder voegt daaraan toe dat het karakter van een groene gemeente als Nieuw-Ginneken mede wordt bepaald door de aanwezigheid en het behoud van het cultuurgoed en de monumenten. Alle eigenaren van de nu aangewezen gemeentelijke monumenten zijn uitgenodigd voor een bijeenkomst daarover. Zij waren daar bijna allen aanwezig en in meerderheid wordt de plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst gezien als een erkenning voor de wijze waarop zij met hun bezit omgaan. Plaatsing op de lijst wordt ook gezien als de bevestiging van een bepaalde meerwaarde. Voor eigenaren van de bouwwerken die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 741