-2-
PARAGRAAF 1. BIJZONDERE CONTROLE
A. verplichting van de gemeente
Conform het convenant is dat:
"De gemeente voorziet in activiteiten ter voorkoming en opsporing van mis
bruik en fraude in het kader van de door haar uitgevoerde uitkeringsregelin
gen, mede door aanstelling van voor dit doel aangewezen functionarissen voor
bijzondere controle in dienst van de gemeente. De gemeente rapporteert jaar
lijks over de aangestelde functionarissen, verrichte activiteiten en behaal
de resultaten."
B. gemeentelijke beleidsvoornemens
1. Ontwikkelen van een gemeentelijk beleid ter voorkoming, opsporing en
bestrijding van misbruik en fraude.
Toelichting:
Met betrekking tot dit onderwerp bestaat nog geen expliciet gemeentelijk
beleid. Bovendien is uit intern onderzoek gebleken dat er bij de betrok
ken medewerkers ook geen impliciete eenduidige visie bestaat op het be
leid ten aanzien van fraudebestrijding. Men kijkt verschillend aan tegen
bijvoorbeeld
- de ernst van bepaalde fraudeleuze zaken;
- het sanctiebeleid;
- de afgrenzing van het werk van de sociaal rechercheur en van de bij
standmaatschappelijk werker.
Methode tot beleidsontwikkeling:
- intern onderzoek naar de visie van de medewerkers (december 1990);
- studiemiddag over dit onderwerp (1 februari 1991);
- overleg met het RIBO.
Concreet doel:
Beleid ten aanzien van het opsporen en bestrijden van misbruik en fraude
wordt door het college vastgesteld. Daarbij moet ook expliciet aandacht
worden besteed aan het belang van een goede administratieve controle,
niet alleen als belangrijk hulpmiddel bij het bestrijden van fraude, maar
vooral ook voor het voorkómen ervan. Voor dat laatste is het overigens
van essentieel belang dat de cliënt wéét hoe de gemeente tegen dit soort
zaken aankijkt, welke controles er worden uigevoerden wat de consequen
ties zijn van misbruik en fraude. Het vooriichtingsaspect mag dus niet
ontbreken.
Termijn:
Februari 1991.
2. Aansluiting zoeken bij het RIBO ten behoeve van de uitvoering van het
Bijzonder Onderzoek.
Toelichting:
Momenteel wordt het bijzonder onderzoek verricht door een functionaris,
die voor 20 uur per week in dienst is van de gemeenten Prinsenbeek,
Zundert, Klundert en Nieuw-Ginneken