t
- 2 -
Artikel 4
leden
benoeming
1. De commissie bestaat uit ten hoogste 5 leden.
onverenigbare
betrekkingen
verboden han
delingen
2.
Van de commissie maken deel uit:
a. twee leden, door de raad van de gemeente Nieuw-Ginneken uit
zijn midden aan te wijzen;
b. drie leden, te benoemen door de gemeenteraad uit een daartoe
strekkende aanbeveling van burgemeester en wethouders. Voor
elke vacature bevat de aanbeveling telkens zo mogelijk de namen
van twee personen.
3.
a.
b.
Tot lid van de commissie is niet benoembaar:
een lid van het college van burgemeester en wethouders of van
een gemeentelijk adviesorgaan van Nieuw-Ginneken;
een ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur van Nieuw-
Ginneken aangesteld of daaraan ondergeschikt, zulks met inacht
neming van het te dien aanzien bepaalde in artikel 25 van de
gemeentewet
4. Een lid van de commissie mag niet:
a. als advocaat, procureur of adviseur in geschillen werkzaam zijn
ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur van Nieuw-
Ginneken dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente
of het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken;
b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de
wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur van Nieuw-
Ginneken
voorzitter
secretaris
faciliteiten
Artikel 5
1. De voorzitter van de commissie wordt door burgemeester en wethou
ders aangewezen uit de leden, zoals bedoeld in artikel 4, 2e lid,
sub b. Bij afwezigheid van de voorzitter voorziet de commissie uit
haar midden zonodig in de vervanging.
2. Als secretaris van de commissie treedt op de ambtenaar bestuurs-
en managementondersteuning. Burgemeester en wethouders wijzen een
of meer plaatsvervangers aan.
3. Namens burgemeester en wethouders draagt de gemeentesecretaris in
overleg met de commissie zorg voor het van gemeentewege aan de
commissie ter beschikking stellen van vergaderruimte, apparatuur
en andere gemeentelijke faciliteiten in het belang van het naar
behoren kunnen functioneren van de commissie.
uitoefenen
lidmaatschap
commissie
Artikel 6
De leden van de commissie zoals bedoeld in artikel 4, 2e lid, sub b,
oefenen hun functie niet uit dan nadat zij in een vergadering van de
commissie in handen van de burgemeester de eed of belofte hebben af
gelegd overeenkosmtig het bepaalde in artikel 45 van de gemeentewet.
Artikel 7
zittingsduur 1. De leden van de commissie treden af op de dag, waarop de leden van