accommodatie bij toeval is ontstaan. De ruimte was er nu eenmaal. Het begrip functionaliteit speelde
daarbij een mindere rol. Voor de duidelijkheid stelt spreker vast dat het college uitbreiding van de
accommodatie in de toekomst uitsluit. Aan het programma van eisen wordt niet voldaan op het punt
van twee bij elkaar te voegen vergaderruimten. Er komt nu permanent een grote zaal waar grote
activiteiten georganiseerd kunnen gaan worden. Dat is tegenstrijdig met het uitgangspunt om uit een
oogpunt van concurrentievervalsing geen grote zaal te bouwen. Door een namaakschuur te bouwen
wordt afbreuk gedaan aan het monument de Pekhoeve. Weliswaar is er inspraak geweest, maar die
vond plaats aan de hand van schetsontwerpen en het op voorhand ingenomen standpunt dat er bij de
Pekhoeve gebouwd zou worden. In die situatie is er geen sprake van een vrije gedachtenont-
wikkeling. Voor het beheer moet er een gebruikersraad komen waarin bij voorkeur ook een paar
onafhankelijke leden zitting nemen. Spreker blijft van mening dat het aanbeveling verdient om het
biljarten naar beneden te verplaatsen en boven een volledig gesloten verdiepingsvloer aan te brengen.
Tot slot vraagt hij wat het college gaat doen als blijkt dat de exploitatieopzet niet uit komt.
Wethouder ROPS blijft uitgaan van het door de Raad vastgestelde taakstellend bedrag. Daaruit een
podium financieren heeft niet zijn voorkeur omdat zo'n podium bij Jeugdland voorradig is. Hij kan
zich vinden in de suggestie het dagelijks beheer in handen te geven van de hoofdgebruiker.
Laatstgenoemde moet zeker vertegenwoordigd zijn in de gebruiksersstichting. De wethouder twijfelt
niet aan een functioneel gebruik van de nieuwe accommodatie. Deze komt op nagenoeg dezelfde
plaats te staan met opnieuw een grote glaspartij in de zuidzijde. Voor concurrentievervalsing hoeft
men niet te vrezen. In de nieuwe accommodatie worden incidenteel die activiteiten georganiseerd
waarvoor bij de horeca de mogelijkheden ontbreken. In het biljarten op de verdieping ziet hij geen
bezwaar, immers bij De Donk staat het biljart ook op de eerste verdieping en dat terwijl de bewoners
daar minder mobiel zijn. Tot slot gaat wethouder ROPS er van uit dat de exploitatie niet tegen zal
vallen. Als dat toch mocht gebeuren dan zal tijdig bijgestuurd worden zonder de commissie daarbij
over te slaan.
Aangaande de exploitatieopzet merkt de VOORZITTER op dat niet de meest optimistische opzet als
uitgangspunt is gekozen. Bovendien is deze uitgebreid besproken in de verschillende geledingen. Aan
het maken van een exploitatieopzet blijven onzekere factoren verbonden, zeker in dit geval waarin
een dorp zo lang de aanwezigheid van een sociaal-culturele voorziening heeft moeten missen. Het
college zal er alles aan doen om een zo positief mogelijk exploitatieresultaat te bereiken. De
resultaten zullen met de raad worden besproken zoals ook de resultaten van andere accommodaties
worden besproken. Inmiddels is de Wet Paracommercie van kracht geworden hetgeen zijn gevolgen
heeft voor het beheer. Het college zal daarover spreken met de plaatselijke horeca.
De heer H. VAN GILS vraagt hierop aansluitend een uitgebreidere exploitatieopzet dan die in
oktober 1991 beschikbaar was, die was te beknopt en niet toegeschreven op dit ontwerp.
De VOORZITTER stelt een adequaat opgestelde opzet in het vooruitzicht. Dat betekent niet dat de
eerdere opzet onjuistheden zou bevatten. Wanneer de raad na stemming in meerderheid besluit het
gepresenteerde schetsontwerp te realiseren dan wordt het daarmee een gebouw van de hele raad en
niet van een deel daarvan of uitsluitend van het college.
De heer J. VAN GILS verklaart dat zijn fractie tegen dit voorstel zal stemmen, niet omdat zij niet
wil dat er in Ulvenhout een goede sociaal-culturele accommodatie komt maar omdat zij vindt dat dit
niet de juiste accommodatie is. Zijn fractie heeft hele grote twijfels bij de exploitatie, zeker in relatie
tot andere voorzieningen in Ulvenhout waarbij de gemeente eveneens garant staat voor de exploitatie
tekorten.
De heer H. VAN GILS stemt met zijn fractiegenoot om gelijke redenen tegen dit voorstel.
Bij stemming spreken 10 leden zich uit vóór en 5 leden tegen het voorstel. Het voorstel is aangeno-