Volgens de heer J. VAN GILS heeft de wethouder het over twee verschillende dingen. De
wethouder praat over invoering van het nieuwe systeem in 1994 en 1995 en over de kosten die
daarmee gepaard gaan. De garantstelling zou toch pas in hoeven te gaan op de dag dat de lening
wordt afgesloten? Graag duidelijkheid daarover.
Wethouder ROPS zegt dat het per 1 januari 1994 voor Bavel in gaat en per 1 januari 1995 voor
de bibliotheek Ulvenhout.
De heer J. VAN GILS meent dat er dan dus twee soorten kosten ontstaan, nl. beheerskosten en
kosten van rente en afschrijving.
Wethouder ROPS legt uit dat we zo gauw mogelijk al overgaan naar Siemens. Siemens betaalt de
onkosten, neemt die over van LIBS.
De heer GEERTS vindt dat hij geen concreet en helder antwoord op zijn vraag heeft gehad. Hij
vindt dat toch essentieel. We nemen in feite nu een beslissing. In de commissie welzijn was u
helder en duidelijk. Waarom is het niet mogelijk dat nu ook te zijn? Hij denkt dat het ook voor
het bibliotheekbestuur ontzettend onduidelijk gaat worden. Is er nu wel of niet een afspraak, of
moeten ze binnen het budget blijven?
De heer MARTENS gaat ervan uit dat er een voorstel ligt voor een garantstelling en dat we nu
niet praten over meerkosten van 7.500,—, want dat is subsidie. Op het eind van de
tweede alinea staat: "Na de contractperiode zullen de meerkosten per bibliotheek ongeveer
7.500,-- bedragen". Hij heeft tot nu toe begrepen dat het nu alleen over die garantstelling gaat.
Volgens wethouder ROPS betreft dat bedrag rente en aflossing van de lening van 105.000,--.
Wat de vraag van de heer Geerts betreft, in de commissie hebben we dus besproken dat dat
gehouden wordt binnen het bedrag waarvoor de bibliotheek thans gebudgetteerd is. Dat is de
bedoeling, maar omdat er dus een heleboel op de bibliotheek afkomt zal er toch op korte termijn
met hen gesproken moeten worden.
De heer GEERTS constateert dat er dus een verschil van mening zal bestaan tussen de bibliotheek-
bestuur en het gemeentebestuur.
Wethouder ROPS merkt op dat dit altijd nog zo is geweest als het over de budgettering ging en
dat dit dus wel zal blijven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
6. VOORSTEL TOT GRONDOVERDRACHT OM NIET AAN WATERSCHAP "DE
BO VEN-MARK"
De heer BASTIAANSSEN wil toch even wijzen op punt 1 van de voorwaarden. Het waterschap
"De Boven-Mark" zorgt te allen tijde en zonder enig voorbehoud voor een goede werking van
vervangende afwatering. Een goede werking van de afwatering is een specialiteit van het
waterschap en daarom verbaast het hem dat er dienaangaande toch klachten gekomen zijn. Hij stelt
voor na te gaan of er aan dit punt voldoende aandacht besteed is.
Wethouder ZWIJNENBURG stelt dat de grond wordt overgedragen onder deze voorwaarden. Als
er klachten zijn dan hoort hij die graag. Hij heeft ze niet gehoord tot op heden en neemt er dus
graag kennis van. Het waterschap zal dan die klachten moeten oplossen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
3
