De heer J. VAN GILS betoogt dat het college graag vandaag dit krediet wil hebben om met de
werkzaamheden op een zodanig tijdstip klaar te zijn, dat de restauratie van de kerk in behandeling
kan worden genomen. Hij herhaalt dit een erg duur plan te vinden en vreest het ergste voor de
kerk. Zou er misschien op de bestrating wat bezuinigd kunnen worden, teneinde daarmee de kerk
te helpen? Hij weet dat beide zaken niet gekoppeld behoren te worden, maar dacht daar toch even
aan.
De heer VAN GESTEL stelt dat, als de heer Van Gils kans ziet op dit plan twee ton te bezuini
gen, hij dit ook wel ziet zitten. De kwaliteit mag er echter niet onder lijden.
Wethouder ZWIJNENBURG zegt dat het hergebruik van materialen daar zeker aan de orde komt.
Hij vindt een koppeling met de financiering van de kerk aan de herinrichting van de omgeving
niet terecht. Dit soort zaken mag men niet koppelen. Als gemeente hebben wij een bepaalde
verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor de restauratie van de kerk ligt primair op een
andere plaats, hoewel wij daar als gemeente uiteraard wel over mee kunnen denken. Volgens de
heer Van Yperen zou een fysieke scheiding ontbreken. De wethouder stelt dat een molgoot ook
een fysieke scheiding is. Het effect van de fysieke scheiding op een heleboel plaatsen binnen Bavel
of eigenlijk binnen heel Nieuw-Ginneken van de trottoirbanden in aanmerking genomen, denkt de
wethouder dat de fysieke scheiding toch ook zijn beperkingen kent. Hij constateert namelijk dat
ontzettend veel auto's op zijn minst met twee wielen op de stoep staan. Hij denkt zeker dat het
aanleggen van molgoten op een aantal plaatsen zal leiden tot het zetten van paaltjes. Tevens staat
ons overigens voor ogen om met name bij de winkels toch het fietsen te bevorderen en daar, in
plaats van paaltjes, ook voorzieningen voor fietsen aan te brengen. Hij denkt dan dus aan
fietsklemmen.
De heer VAN YPEREN merkt op dat als hij zou mogen kiezen tussen een beperkte trottoirband
en paaltjes, hij dan toch de voorkeur zou geven aan een trottoirband.
Wethouder ZWIJNENBURG stelt dat ook bij een trottoirband paaltjes zullen moeten worden
gezet.
De VOORZITTER merkt op dat er nog een vraag resteert die deels buiten de orde is. Hij kan
zich echter voorstellen dat hij geformuleerd wordt als het gaat om de kostenopbouw van het
project in relatie tot de restauratie. Hij kan daarover niet veel anders zeggen dan wat hij afgelopen
vrijdag heeft gedaan bij de trekking van de kerkloterij. Op dit moment constateert het college dat
het kerkbestuur zich maximale inspanningen getroost om de restauratie tot een afronding te
brengen; op de tweede plaats dat er gedurende het restauratieproces, en dat is toch een kenmerk
van restaureren soms, er toch een aantal tegenvallers zich openbaren. Dat betekent dat wij allen
op dit moment naarstig aan het zoeken zijn om toch te trachten die hoofddoelstelling, het nu com
pleet restaureren van de kerk, ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Daar ligt echter nog een
aantal financiële knelpunten. Dat klopt. Uw raad weet dat wij vele zaken in het werk stellen om
tot een totaaloplossing te komen. In dat verband heeft de voorzitter ook contacten met Monumen
tenzorg. Hij kan er niet op vooruitlopen waartoe dat leidt. Het is natuurlijk geen eenvoudige
exercitie, maar hij hoopt dat de diverse partijen de verantwoordelijkheid durven te nemen,
teneinde de restauratie te kunnen afronden. Wat de kostenopbouw betreft, zullen wij natuurlijk
alles in het werk stellen om daar een zo scherp mogelijke prijs uit te halen. Dat neemt niet weg
dat de restauratie toch een verhaal is waar nog heel wat voor om de hoek komt kijken. De
opmerking van de heer Van Gils zal daarin serieus worden meegenomen. Het verhaal is nog niet
compleet, maar daar wordt zeer indringend op dit moment naar gekeken door vertegenwoordigers
van het college.
De heer J. VAN GILS zegt er alle vertrouwen in te hebben dat het college zijn best doet.