De heer MARTENS vindt dat de wethouder in zijn antwoord bevestigt wat hij al zo'n beetje
dacht, nl. dat er een onzekerheid in zit. Na verloop van tijd, zegt de stichting, moet het zijn
revenuen afwerpen, enz. Op dit moment is daar geen duidelijkheid over te krijgen. Hij handhaaft
zijn voorstel om dat op termijn te bekijken. Wat hem betreft zou dat op zeer korte termijn
kunnen, zij het dat het dan goed onderbouwd is.
De heer H. VAN GILS komt terug op de uitspraak van de wethouder dat de raad hierover vrij
unaniem zou zijn. Hij wil er toch op wijzen dat zijn fractie hierin een afwijkende mening heeft
verkondigd. Hij heeft geen enkel probleem met B en C en ook de aanpassing van de Jhr. Feithzaal
ziet hij wel zitten. De stichting zal dan echter moeten aangeven dat daar inkomsten tegenover
staan. Hij is het met de wethouder eens dat je dit soort werken eigenlijk in één keer zou moeten
uitvoeren. Uit- voering in fasen zou kostenverhogend werken en ook meer ergernis veroorzaken.
Hij stelt voor het hele voorstel op te schuiven naar de eerstvolgende mogelijk extra raadsvergade
ring om dan misschien met een wat aangepaste begroting toch nog eens te bekijken of alles ineens
kan worden uitgevoerd.
De heer GARCIA zegt nog niet bekeerd te zijn wat B en C betreft. Hij voelt wel wat voor de
opvatting van H. van Gils om eerst een gewijzigde begroting, een gewijzigd voorstel te kunnen
krijgen, waarop de beoordeling wat makkelijker is.
De heer J. VAN GILS is het met de voorgaande sprekers eens, maar heeft met name ook
bezwaren tegen de aanpak van de Jhr. Feithzaal. Niet tegen de aanpak op zich, maar tegen de
manier van financiering. Hij vindt het wat al te gemakkelijk om de tarieven fors te verhogen van
bijvoorbeeld de tennishal, die er in feite helemaal niets mee te maken heeft, en het daaruit te
financieren. We ramen helemaal niets voor meeropbrengsten van de zaal. Daar doen we heel
veilig mee; al wat het opbrengt is dan meegenomen. Hij vindt dit een onverantwoorde manier. Als
dan de raad zonodig vindt dat dit door moet gaan, dan moet het anders gebeuren. Vandaar dat hij
in ABAM heeft voorgesteld dan 2 ton uit de reserve te nemen. Deze manier van financieren doet
het exploitatie-tekort oplopen en dat kunnen we ons als gemeente niet permitteren. De stichting
beter zal moeten on- derbouwen hoe ze de kosten van deze ingrijpende operatie terug gaat
verdienen, althans voor een groot deel. Hij denkt dat de stichting daarbij best in de problemen
komt, of al in de problemen is. Deze zaal zou voor sport gebruikt kunnen worden, al is hij daar
niet ideaal voor, hij mist daarvoor de juiste afmetingen. Of je kunt hem gebruiken voor feesten,
horeca en partijen. De zaal lijkt hem daar wel ideaal voor, na verbouwing, op dit moment ook
niet. Toch denkt hij dat je op twee gedachten blijft hinken; dat vindt hij het probleem met die hele
zaal. Misschien zou je er iets anders mee moeten doen, maak van de grote zaal bijvoorbeeld en
gymnastiekzaal en benut de rest voor andere activiteiten. Misschien is dat wel zo ver-standig.
Wethouder ROPS denkt dat het verstandig is om het hele voorstel terug te nemen, te trachten de
eerstvolgende vergadering een beter onderbouwd voorstel te krijgen, zeker wat betreft de Jhr.
Feithzaal. Voorzover hij begrepen heeft is bijna iedereen het eens met B en C; de Jhr. Feithzaal
vraagt een betere on-derbouwing. De verhoging van de tarieven zou pas ingaan in mei 1993, want
tot en met 1992/1993 is al een 6%-verhoging achter de rug.
De VOORZITTER stelt dat het voorstel van de wethouder aansluit op de zojuist gevoerde
beraadslagingen. Dat betekent dat het college het voorstel terugneemt en op enig moment
terugkomt met een uitgebreider voorstel
Het voorstel wordt door het college teruggenomen.
8. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN OVEREENKOMST MET DE
WONINGBOUWVERENIGING SINT LAURENTIUS TE BREDA OM TE KOMEN