Ons is in de afgelopen twee jaar gebleken dat er aan dit
systeem onvolkomenheden kleven. Een bezwaar is de betrek
kelijke rigiditeit ervan: een overschot op één van de
kostenposten kan niet voor andere doeleinden worden inge
zet. Een groter bezwaar is dat bepaalde kosten die
onvermijdelijk gemaakt moeten worden niet voor subsidie in
aanmerking komen. Daar de enige inkomsten van de peuter
speelzalen -de ouderbijdragen- volledig in de berekening
worden meegenomen leidt dit op den duur tot een precaire
financiële situatie voor alle drie de peuterspeelzalen. De
kosten die wij bedoelen zijn die voor verzorging. Hiermee
wordt bedoeld: zeep, toiletpapier, limonade etc. Uit de
exploitatie-overzichten van de peuterspeelzalen blijkt dat
hiermee zo'n 15,per kind per jaar mee is gemoeid.
Daarnaast is de vaste normering van de organisatiekosten
op 1.500,discutabel. Het versturen van 120 brieven
kost nu eenmaal 6 maal méér dan het versturen van 2 0
brieven. In de subsidieberekening wordt daarmee géén
rekening gehouden.
Verder zijn wij van mening dat het reëel is om de ouder
bijdrage te verhogen. Deze is al jaren bevroren op 40,
per maand, terwijl zowel de huisvestingskosten, de sala
riskosten, maar ook (bij het merendeel van de ouders/ver
zorgers) de inkomens jaarlijks trendmatig worden verhoogd.
Het is ons verder gebleken dat ten minste twee peuter
speelzalen naast de ouderbijdrage van 40,een afzon
derlijke bijdrage in de verzorgingskosten bij de ouders in
rekening brengen (bij één van de peuterspeelzalen 2,50
per maand, bij de andere 2,per maand.
Het lijkt ons daarom redelijk om de ouderbijdrage te
verhogen met 7,50 per kind per maand, met als uitdrukke
lijke voorwaarde dat daarnaast géén extra-bijdrage ge
vraagd mag worden. Van de opbrengsten hiervan willen wij
25,per kind per jaar ten goede laten komen aan de
peuterspeelzalen, ter bestrijding van de kosten van orga
nisatie en uitvoering.
Conform de subsidieverordening (art.30 III) wordt onder
kosten van organisatie en uitvoering verstaan:
Organisatiekosten
a. drukwerk, stencilwerk;
b. administratie- en/of ccountantskosten;
c. propagandakostr j,
d. bestuurs- en representatiekosten;
e. bijdragen aan begeleidende organen, lidmaatschappen
ed
f. kosten van documentatie en literatuur;