6
worden. De verschillen in politieke benadering van zaken kunnen dan bij de begrotingsdebatten tot
uitdrukking komen. Voor het voeden van het monumentenfonds is gekozen voor het opvolgen van de
suggestie van de heer J. van Gils. Het college gaat er vooralsnog van uit dat dit een haalbare
methode is. Ten aanzien van de bibliotheek zal het college proberen nog voor de begrotingsbehande
ling duidelijkheid te verkrijgen over de huisvestingskosten. Ten aanzien van de kosten van de
indicatiecommissie denkt het college dat er besparingen mogelijk zijn. Daarover zal op basis van
argumenten over en weer gesproken worden. De gemeente steunt een breed pakket van voorzienin
gen, zolang daarin geen structurele keuzes worden gemaakt zal tot op zekere hoogte de kaasschaaf
methode gehanteerd moeten worden. Alleen bij een forse verhoging van de O.G.B. kan dit
voorzieningenniveau gehandhaafd blijven. Wat de aansluiting bij LOTA betreft zal het college
bekijken in hoeverre die taken worden overgenomen door de Vereniging van Nederlandse Gemeen
ten. Bij het zoeken naar bezuinigingspunten zal nu eenmaal ergens pijn worden geleden.
Het antwoord op de vraag,of het mogelijk zal zijn nog voor de begrotingsdebatten een ouderenbeleid
te formuleren, dat tot basis kan dienen voor onderhandelingen met de stichting Welzijn Ouderen,
moet van wethouder Rops komen. De slotopmerkingen van de heer Van de Put nodigen uit tot
politieke creativiteit. De VOORZITTER ziet de komende maanden met belangstelling uit naar de
suggesties die daaarvan het resultaat zijn. De waarschuwing voor mogelijke tegenvallers betreft de
juni-circulaire, een 85 pagina's tellend stuk, welke vorige week is ontvangen en nog niet geheel
doorgewerkt. Ook met deze Kadernota zal het mogelijk zijn voor 1993 een sluitende begroting op te
stellen, daarin nieuw beleid te ontwikkelen en waardevol oud beleid vast te houden.
Wethouder ROPS bevestigt dat de rijksbijdrage voor bijzondere bijstand is komen te vervallen,
waarvoor een verhoging van de gemeentefondsuitkering in de plaats is gekomen. De gemeente
Prinsenbeek heeft de samenwerking met de Stichting Welzijn Ouderen per 1 januari 1993 opgezegd.
Dat betekent een vermindering van de formatieplaats met 16 uur per week. Die uren verdelen over
de vier resterende gemeenten brengt ƒ.40.000, meerkosten met zich mee. In de septemberverga-
dering van de commissie Welzijn hoopt de wethouder daar meer mededelingen over te kunnen doen.
De heer H. VAN GILS stelt in tweede termijn dat, ondanks het feit dat zijn fractie de gepresenteerde
Kadernota niet kan ondersteunen, zij toch een positieve bijdrage heeft geleverd aan de discussie
daaromheen. Hij spreekt de hoop uit in de begroting 1993 iets meer terug te kunnen vinden van de
gepresenteerde alternatieven.
De heer J. VAN GILS zegt niet op voorhand akkoord te kunnen gaan met bevriezing van een aantal
met name genoemde diensten. Het college zal met die instellingen een redelijk overleg moeten voeren
en het bereikte resultaat moeten motiveren. De dienstverlening moet daarbij op een redelijk peil
blijven.
Het is de heer MARTENS opgevallen dat de dialoog over de kadernota, tussen raad en college, zich
vooral binnen de commissie A.B.A.M. heeft afgespeeld. Hij vraagt voor de toekomst de vakcommis
sies eerder om advies te vragen ten aanzien van bepaalde bezuinigingssuggesties. Daarmee zou
voorkomen kunnen worden dat zaken die aanvankelijk als bezuiniging worden opgevoerd in tweede
instantie weer worden geschrapt.
Volgens de VOORZITTER is de kracht van de raad gelegen in het feit dat het een monistisch orgaan
is, waardoor ook partijen die niet aan de regering deelnemen hun bijdrage aan de beleidsvorming
kunnen leveren. In de notitie van de V.V.D.-fractie wordt helder aangegeven dat er naast het
exploiteren van een aantal zaken ook ruimte moet zijn voor nieuwe investeringen; een zorgpunt voor
de toekomst. Het vraagt politieke moed verandering in de bestaande koers aan te brengen. De
begrotingsdebatten zijn een goed moment om daarover te spreken.
Van een aantal instellingen wordt gevraagd met een taakstellend budget te werken. Het college zal
dat niet per dictaat voorschrijven maar dat gepaard laten gaan met redelijk overleg. Anderzijds is al