Bavelse bevolking. In januari 1991 voteert de gemeenteraad ƒ.315.000, ƒ.165.000, krediet
3 jaarbudgetten van elk ƒ.50.00-, als bijdrage aan de restauratie. Tot zo ver waren er geen
problemen en iedereen was enthousiast. In een later stadium werd nog ƒ.800.000, gevoteerd om
de kom van Bavel op te knappen, inclusief de directe omgeving van de kerk. Al snel na de aanvang
van de restauratie kreeg de raad te horen dat er tegenvallers waren. Overigens steeds in besloten
vergaderingen van de commissie A.B.A.M. en zonder dat er bedragen genoemd werden. Toen dat op
aandringen van de commissieleden uiteindelijk toch gebeurde kwam er een bedrag op tafel van
ƒ.380.000, Dat laatste bevreemd spreker omdat uit de stukken blijkt dat reeds in februari 1992
bekend was dat de begroting met ƒ.700.000, zou worden overschreden. Dat was een schokkende
ervaring. Hoe is die overschrijding ontstaan, is men bij de oorspronkelijke kostenraming bewust of
onbewust veel te optimistisch geweest? Ook over het sluiten van een convenant met het kerkbestuur
is in besloten vergadering van de commissie A.B.A.M. veel gesproken. Bedoeling is steeds geweest
door het verwerven van eigendommen van de parochie de benodigde gelden vrij te maken voor
afronding van de restauratie. In een van die commissievergaderingen is afgesproken dat de aankoop
zich het best kon richten op het klooster en het perceel nabij de voormalige Brigidaschool. In die
zelfde commissievergadering is geadviseerd de toekomstige sociaal- en culturele accommodatie voor
Bavel te concentreren rond 't Hoekhuis. Klooster en v.m. Brigidaschool zouden dan, na een
stedebouwkundige studie door een gerenommeerd architect, een nadere bestemming krijgen. Spreker
was van mening dat daarover overeenstemming bestond. Nu moet hij uit het voorstel en andere
publikaties daaromheen vernemen dat het college de sociaal culturele accommodatie in Bavel wil
realiseren rondom het klooster en de v.m. Brigidaschool. Dat alles ondanks de beperkingen die onder
e. ten aanzien van de gevels worden vastgelegd. De fractie Gemeentebelangen Bavel gaat met dat
deel van het convenant niet akkoord en vraagt dat aan te passen. Middels vaststelling van dit
convenant mag niet tevens de plaats voor de toekomstige sociaal culturele accommodatie worden
bepaald. Eveneens wil hij een bijstelling van punt g. in die zin dat binnen de planologische
regelgeving zal worden meegewerkt aan een andere huisvesting voor pastoor C. Riemslag. De
opbrengst van de twee aankopen van het kerkbestuur zijn voor dat bestuur kennelijk te weinig om de
restauratie af te ronden. Dit gelet op het feit dat naast alle bijdragen van derden de gemeente
nogmaals 155.000, moet bijdragen. Misschien is het daarin verstandiger de woning Lange
Vore 4 aan te kopen waardoor de gemeentelijke bijdrage van ƒ.155.000, achterwege kan blijven.
Dat lijkt vreemd maar als men zich bedenkt dat de normale bijdrage, van de gemeente, bij dit soort
restauraties geen 30 maar 10% bedraagt ziet men dat het laatste percentage ver wordt overschreden.
Een ander alternatief is de aankoop van B2, C en een optie op BI. Wat de uiteindelijke bestemming
van de lokatie B1 zal zijn staat nu nog niet vast.
De heer POSTHUMA is het op een groot aantal punten eens met hetgeen de heer J. van Gils heeft
gezegd. In de raad is een aantal malen indringend gesproken over het komplan en inrichting van het
centrum. In dat kader is het van belang dat beschikt kan worden over grond in het centrum van
Bavel. In dat kader gaat hij akkoord met de aankoop als zodanig. De prijs is weliswaar gebaseerd op
een taxatie maar een loyalere opstelling van het kerkbestuur was wel op zijn plaats geweest na alles
wat het gemeentebestuur heeft bijgedragen aan de restauratie van de kerk. Een kerk overigens die het
waard is bewaard te blijven en zeker ook zijn plaats heeft binnen Bavel. Vanuit planologische
overwegingen is ook hij voorstander van de aankoop van de emeritaatswoning. De beschikbaarheid
over dat perceel vindt hij zelfs belangrijker dan de beschikbaarheid van het klooster. Spreker is
tevens van mening dat de aankoop van dat perceel het kerkbestuur gelegenheid biedt zelf een extra
bijdrage aan de restauratie te leveren. Zo'n extra bijdrage zou, in het licht van de eerder besproken
kadernota, zeer welkom zijn. Ten aanzien van het in de oorspronkelijke staat handhaven van de
gevels van het klooster, punt e, ziet hij graag meer vrijheid voor de uiteindelijke ontwerper. Bij punt
g. is spreker van mening dat voor goede vervangende woonruimte moet worden gezorgd, aanpassing
van de bestaande planologische regelgeving gaat hem echter te ver. Over punt h. spreekt hij zijn
twijfels uit of daarmee de plaats van een toekomstige sociaal culturele accommodatie wordt bepaald.
10