Aanvullend op het voorstel deelt wethouder ROPS mede dat de toekomstige subsidiëring van
Ulvolume in het Welzijnsplan, pag. 21 correct is weergegeven. De toelichting daarop in de notitie
betreffende de vijfde wijziging komt te vervallen, pag. 12 onder 6.
De heer MARTENS stelt dat het voorliggende voorstel het resultaat is vaan een jaar intensief en
constructief commissiewerk. Opmerkelijk daarbij is dat de commissie Welzijn na een volledige
evaluatie tot de conclusie komt dat de oorspronkelijke subsidieverordening nog niet zo gek in elkaar
stak. De hoofddoelstellingen en afgeleide doelstellingen komen nog overeen. Veel waardering
daarom voor degene die de oorspronkelijke verordening heeft samengesteld en voor de manier
waarom daarmee is omgegaan. Toch enkele opmerkingen. Op basis van maatschappelijke ontwikke
lingen is voorrang gegeven aan primair het ouderenbeleid, op de voet gevolgd door de kinderopvang.
Om die reden heeft de reeds lang toegezegde nota Jeugd- en Jongerenbeleid een lagere prioriteit
gekregen. Samengevat een goed plan
In de lijn van zijn opmerkingen bij de Kadernota vindt de heer VAN DE PUT het Welzijnsplan '93 -
'97 een goed plan. Wanneer de raad bij het vaststellen van de begroting, en eventuele bezuinigingen,
vasthoudt aan de hoofddoelstelling van het welzijnsbeleid, alsmede de daarvan afgeleide algemene
beleidsdoelstellingen en criteria waaraan getoetst moet worden dan komt er lijn in het beleid en kan
de raad met goede argumenten zaken opvoeren, afbouwen of schrappen. Met betrekking tot het
I.M.W., pag. 14, verwijst hij naar zijn opmerkingen bij de Kadernota. Als algemene termijn van
indiening wordt 1 juni aangehouden, voor 1992 vraagt hij enig respijt. Onder de noemer vormings-
en ontwikkelingswerk valt zowel het werk voor de ouderen als voor de vrouwen. Om de competitie
tussen beide belangengroepen in te perken vraagt hij een vast bedrag voor de bond van ouderen.
Waar de vorige spreker zegt dat het Welzijnsplan het toetsingsinstrumentarium is voor bezuinigingen
in de welzijnssector is de heer POSTHUMA het volledig met hem eens. Zijn fractie gaat akkoord
met het collegevoorstel. Wel merkt hij op dat hij een financiële vertaling wil terugvinden van hetgeen
in hoofdstuk 3 van het Welzijnsplan wordt gesteld; bezuinigingen moeten het eerst en het zwaars
doorwerken binnen die sectoren waarvoor een lage prioriteit geldt. In het Welzijnsplan wordt
vastgesteld welke voorzieningen een hoge prioriteit genieten. Opmerkelijk daarbij is te moeten
constateren dat juist die voorzieningen in de Kadernota als eerste worden genoemd voor het
doorvoeren van bezuinigingen. Juist voorzieningen als de bibliotheek en de muziekschool zijn voor
hun voortbestaan geheel afhankelijk van de gemeentelijke bijdrage.
De heer PAULUSSEN schenkt vooral aandacht aan de verhouding tussen de eigen bijdrage en de te
ontvangen subsidie, alsmede de draagkracht van zowel de leden als de vereniging. Hij vraagt zich af
of het wat de basiseducatie betreft niet verstandiger is op incidenteel verzoek te subsidiëren dan in
een klap ƒ.50.000, beschikbaar te stellen. Voor de verschillende vormen van kinderopvang
bepleit hij een snelle integratie. Een ouderennota wordt met belangstelling tegemoetgezien. De
pogingen van het college om tot verdere bezuinigingen binnen de bibliotheek te komen worden door
zijn fractie gesteund. Bij het hoofdstuk recreatie wordt onderschreven dat ondersteuning zich moet
beperken tot activiteiten in de voorwaardenscheppende sfeer. Ook de opmerkingen bij het hoofdstuk
voorlichting en advies worden ondersteund; dubbele subsidiëring moet voorkomen worden.
Verhoging van de ouderbijdrage voor kinderopvang met ƒ.7,50 per maand wordt gesteund. Bij het
vormings- en ontwikkelingswerk is hem opgevallen dat de vrouwenraad als coördinerend lichaam
optreedt, hij neemt aan dat zulks beperkt blijft tot vrouweneducatie. Spreker is voorstander van een
zuinig beleid hetgeen tot uitdrukking moet komen in het welzijnsprogramma.
Dat het een goed plan is blijkt wel uit het beperkt aantal reacties op de ter inzage ligging van het
Welzijnsplan. De heer GEERTS vindt dat een compliment waard. Het plan biedt bovendien ruimte
voor nieuwe ontwikkelingen, het is niet dichtgetimmerd en biedt ruimte voor nadere keuzes. Hij
14