Dit amendement wordt door het college overgenomen.
Ook de heer H. VAN GILS kan daarmee instemmen.
De heer BASTIAANSSEN vraagt op voorhand de termijn van 10 jaar, zie voorstel, waarbinnen
zoveel mogelijk panden in het buitengebied op drukriolering zullen worden aangesloten te bekorten.
Wethouder ZWIJNENBURG weet dat in het kader van de lozingsverordening ontheffingen worden
verleend voor 4 jaar. Hij stelt voor de discussie over aanleg van drukriolering in de Leeuwerik uit te
stellen tot de behandeling van de eerder aangekondigde nota, in het najaar en deze besluiten over het
gedeelte langs de Gilzeweg.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals nader is voorgesteld.
17. VOORSTEL OM GEEN MEDEWERKING TE VERLENEN AAN HET VERZOEK TOT
DE BOUW VAN EEN WONING AAN DE CHAAMSEWEG.
In afwijking van het collegevoorstel is de heer H. VAN GILS er voorstander van wel toestemming te
verlenen aan het verzoek tot bouw van een woning aan de Chaamseweg. Hij vindt de argumenten van
het college om dat niet te doen op een aantal punten tegenstrijdig. Dat medewerking ten koste zou
gaan van het contingent gaat niet op zodra een perceel wordt aangeboden binnen het bestemmings
plan. Dat in algemene zin de beschikbare bouwcapaciteit wordt toebedeeld aan starters en doorstro
mers wil nog niet zeggen dat geen aandacht geschonken moet worden aan de senioren. De heer De
Bakker heeft loyaal meegewerkt aan de totstandkoming van bestemmingsplan Oude Beekhoek en mag
daarvoor beloond worden in de vorm van wat meer medewerking bij het realiseren van zijn
bouwplan.
Namens het merendeel van zijn fractie verklaart de heer BASTIAANSSEN akkoord te gaan met het
collegevoorstel. Van medewerking aan dit verzoek zou een ongewenste precedentwerking kunnen
uitgaan.
De heer MARTENS distantieert zich van dit standpunt. Uit de ter inzage liggende stukken is hem
gebleken dat tijdens de onderhandelingen rond de grondverwerving voor Oude Beekhoek toezeggin
gen zijn gedaan. Akoestisch onderzoek en het P.P.C. standpunt verzetten zich niet tegen inwilliging
van het verzoek. Spreker ondersteunt de hiervoor door de heer Van Gils aangevoerde argumenten.
Als lid van de commissie voor de bezwaarschriften conformeert de heer VAN GESTEL zich aan het
uitgebrachte advies van die commissie.
De heren POSTHUMA en J. VAN GILS en VAN DE PUT onderschrijven de argumenten van de
heren Van Gils en Martens en zijn mitsdien tegen dit voorstel.
De heer VAN YPEREN, lid van de commissie voor de bezwaarschriften, wenst zich van stemming
te onthouden.
De heer VAN GESTEL vraagt of het mogelijk is dat een raadslid zich onthoudt van stemming.
De VOORZITTER antwoordt dat het reglement van orde bepaalt dat, indien is verzocht om
stemming, vóór of tegen wordt gestemd. Het is hoogst ongebruikelijk de vergadering te verlaten om
zich van stemming te onthouden.
17