18 Wethouder ZWIJNENBURG laat de argumenten van het college die tot dit voorstel hebben geleid de revue passeren. Toen duidelijk werd dat de gemeente geen bijdrage meer mag vragen voor het bouwrijpmaken van particuliere bouwgrond heeft de commissie VROM aan het college geadviseerd aan dat soort verzoeken geen medewerking meer te verlenen. Medewerking aan dit verzoek gaat ten koste van het beschikbare contingent. Het college wil voorkomen dat van medewerking aan dit verzoek een precedentwerking uitgaat. Bij de onderhandelingen over de grondverwerving voor Oude Beekhoek is correct zaken gedaan. Tijdens die onderhandelingen is sprake geweest van de beschik baarheid van een bouwperceel voor een familielid. Het college wil daaraan meewerken binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan. De uitspraak van de P.P.C. dat bebouwing van het bedoelde perceel tot de mogelijkheden behoort houdt nog niet in dat daaraan direct uitvoering moet worden gegeven. Het akoestisch onderzoek waarvan sprake is werd gehouden in verband met de aanwezigheid van diverse wegen in het betreffende gebied. De commissie voor de bezwaarschriften is onlangs versterkt met drie onafhankelijke deskundigen. Bezwaar- en beroepschriften worden in deze commissie weloverwogen afgewogen. De heer VAN GESTEL vindt het daarom onlogisch wanneer van het advies van die commissie zou worden afgeweken. De heer H. VAN GILS merkt op dat de raad op goed onderbouwde gronden de vrijheid heeft af te wijken van uitgebrachte adviezen. De heer J. VAN GILS brengt naar voren dat de conclusie van de bezwaar- en beroepscommissie is dat het verzoek niet ontvankelijk is. Het verzoek is inhoudelijk niet beoordeeld. Als daarnaast in de toekomst geen medewerking meer verleend zou worden aan verzoeken waarop voordien de exploitatieverordening van toepassing was dan betekent dat, dat het leven op het Brabantse platteland wordt stilgezet. Geen enkele boer kan dan nog nieuw bouwen. Wethouder ZWIJNENBURG antwoordt dat het hier om de bouw van een burgerwoning gaat, overigens in een gebied waar meer burgerwoningen staan. De commissie VROM heeft zich uitgesproken geen medewerking meer te verlenen aan de bouw van burgerwoningen in het buitenge bied. De heer H. VAN GILS interpelleert dat die uitspraak niet ongenuanceerd uitgelegd mag worden. Wethouder ROPS vraagt schorsing van de vergadering voor collegeberaad. De VOORZITTER houdt de raad voor dat alleen mag worden afgeweken van uitgebrachte adviezen van de bezwaar- en beroepscommissie wanneer dit met redenen wordt omkleed. De heer POSTHUMA brengt naar voren dat die commissie geen inhoudelijk advies heeft uitgebracht. De VOORZITTER schorst de vergadering. Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde een hoofdelijke stemming over het collegevoorstel. Voor het voorstel spreken zich uit de leden van de raad: Van Yperen, Zwijnenburg, Van der Westerlaken, Van Gestel, Willemsen en Bastiaanssen. Tegen het voorstel spreken zich uit de leden: J. van Gils, Geerts, Martens, Van de Put, Posthuma, Paulussen, Rops en H. van Gils. Het voorstel is verworpen met 6 stemmen voor en 8 stemmen tegen. Een procedure om aan het verzoek te voldoen zal worden opgestart.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 430