2. Het dagelijks bestuur maakt elk jaar een ontwerp-begroting
voor het volgende jaar. Daarbij wordt een ontwerp-perso-
neelsformatie, die voor dat begrotingsjaar zal gelden,
gevoegd
3. Het dagelijks bestuur zendt beide ontwerpen zes weken
voordat zij aan het algemeen bestuur worden aangeboden toe
aan de raden van de deelnemende gemeenten.
4. De raden leggen de ontwerp-begroting veertien dagen ter
inzage en stellen haar tegen betaling van de kosten alge
meen verkrijgbaar.
5. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de
ontwerp-begroting en de ontwerp-personeelsformatie het
dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het
dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin dit gevoelen
is vervat bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het
algemeen bestuur wordt aangeboden.
6. Uiterlijk vier weken vóór de behandeling van de ontwerp
begroting en de ontwerp-personeelsformatie in het algemeen
bestuur, wordt deze door het dagelijks bestuur aan het
algemeen bestuur aangeboden.
7. Het algemeen bestuur stelt de begroting en de personeels
formatie uiterlijk 1 juli, voorafgaande aan het jaar
waarop ze betrekking heeft, vast.
Daarna zendt het dagelijks bestuur de begroting aan:
a. de raden van de deelnemende gemeenten, die terzake
gedeputeerde staten van hun gevoelen kunnen doen blij
ken en
b. gedeputeerde staten met het verzoek om de begroting
goed te keuren.
8. Het dagelijks bestuur deelt de beslissing van gedeputeerde
staten omtrent de goedkeuring van de begroting mede aan
het algemeen bestuur en aan de raden van de deelnemende
gemeenten.
9. Het bepaalde in het derde, zesde, zevende en achtste lid
is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de
begroting.
Artikel 32 Rekening
1. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
2. De penningmeester maakt onmiddellijk na de sluiting van de
dienst de rekening van Welstandszorg Noord-Brabant over
het voorafgaande dienstjaar op en legt deze vóór 1 april
aan het dagelijks bestuur over.
3. Het dagelijks bestuur biedt de rekening, na toevoeging van
een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid,
ingesteld door de op grond van artikel 34 aangewezen
deskundige, en hetgeen het dagelijks bestuur te zijner
verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende be
scheiden, ter voorlopige vaststelling aan het algemeen
bestuur aan.
4. Het dagelijks bestuur zendt de rekening met het bijbeho
rende verslag bovendien aan de raden van de deelnemende
gemeenten. Deze kunnen daaromtrent binnen zes weken het
dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken.
11