De ondergetekenden:
A. de heer P.A.C.M. van der Velden, Burgemeester van de GEMEENTE NIEUW-
GTNNEKEN. ten deze de gemeente rechtsgeldig vertegenwoordigend en handelend
ter uitvoering van het besluit van de Raad van Nieuw-Ginneken van
hierna te noemen "de gemeente" en
B. HOCLA BEHEER B.V., statutair gevestigd te Bavel, Lange Bunder 1, hierna te
noemen "de exploitant".
IN AANMERKING NEMENDE:
1. dat de Raad van Nieuw-Ginneken op 6 februari 1990 heeft besloten om de structuur
schets Nieuw-Ginneken vast te stellen met daarin opgenomen het beleidsvoornemen
om het gebied Kraayenberg te ontwikkelen voor woningbouw;
2. dat de Commissie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 15 januari
1991 naar aanleiding van de Evaluatie 1990 van de Nota Volkshuisvesting 1985-
1999 heeft geadviseerd om op korte termijn de haalbaarheid van een bestemmings
plan voor Kraayenberg te onderzoeken;
3. dat de ontwikkeling van een bestemmingsplan voor het gebied Kraayenberg planolo
gisch aanvaardbaar en uit een oogpunt van volkshuisvesting te Ulvenhout noodzake
lijk moet worden geacht;
4. dat door de exploitant op 10 januari 1992 medewerking is verzocht aan het in
bouwexploitatie brengen van het gebied Kraayenberg, dat grotendeels in eigendom is
bij de exploitant;
5. dat de gemeente bereid is om de gevraagde medewerking te verlenen met name door
het beschikbaar stellen van een gedeelte van het jaarlijkse woningbouwcontingent;
6. dat de gemeente daarmee de nadelen, die haar medewerking mogelijk meebrengt
voor de realisering van het door haarzelf ontwikkelde plan "De Bunder" aanvaardt;
7. dat de gemeente als belangrijkste voorwaarden aan haar medewerking verbindt, dat
zij daardoor geen schade lijdt en dat haar kosten worden vergoed, terwijl zij
bovendien van de exploitant verlangt, dat het gebied zodanig verkaveld en bebouwd
wordt, dat de realisering van het plan in overeenstemming is met de gemeentelijke
inzichten op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting;
8. dat de exploitant bereid is aan deze gemeentelijke voorwaarden te voldoen;
9. dat het in gezamenlijk overleg ontwikkelen en realiseren van het gebied Kraayenberg
in alle stadia van de voorbereiding en de uitvoering een goede onderlinge coördinatie
vereist;
10. dat partijen een zodanige coördinatie onder meer tot stand willen brengen door
middel van voortdurend doelgericht overleg;
