Een van de prioriteiten lag bij het opstellen van een sociaal-
economische ontwikkelingsvisie die mede als basis gaat dienen
voor het regionaal ontwikkelingsperspectief West-Brabant en de
uitwerking van de Rijn Schelde Delta in het kader van de Vierde
Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra.
De volgende voornemens uit het beleidsplan worden in samen
spraak met de portefeuillehouders gefaseerd uitgewerkt
sociaal-economisch databeheer en het opzetten van werkgelegen
heidsprojecten in het kader van het Europees Sociaal-Fonds.
Verder wordt vermeld dat in de beginfase van het RBA regio
Breda met name de organisatieverandering in algemene zin veel
inspanningen heeft gevergd. In 1993 zal meer aandacht aan de
inhoud van het regionaal arbeidsvoorzieningenbeleid en de
afstemming met het gemeentelijk beleid en de gemeentelijke
voorzieningen. Een belangrijke rol is in dit verband ingeruimd
voor het portefeuillehoudersoverleg RBA.
Volkshuisvesting
Op 1 januari 1993 krijgt het gewest formeel de status van
budgethouder in het kader van het Besluit Woongebonden Subsi
dies (BWS)Daarmee wordt een van de belangrijkste gedachten
van de nota "Volkshuisvesting in de negentiger jaren" ook wel
de nota Heerma genoemd inhoud gegeven.
Met de overgang van deze taak (van Rijk en Provincie naar
Gewest) komen naast geld ook mensen over ter uitvoering van
deze taak. Oplopend per 1 januari 1995 tot 3,4 menskracht.
III. GEZONDHEIDSDIENST
Het Stadsgewest is in het voorjaar van 1991 gestart met het
periodiek bevolkingsonderzoek naar het voorkomen van borstkan
ker bij vrouwen van vijftig tot zeventig jaar.
Doordat de GGD naast de directe voorlichting aan de vrouwen
intermediairen extra heeft benaderd is de opkomst boven het
geplande percentage van 70% gebleven. Om te waarborgen dat alle
vrouwen ook daadwerkelijk om de twee jaren worden gescreend,
wordt er naar gestreefd tijdelijk in het Stadsgewest op twee
plaatsen tegelijk te onderzoeken om de achterstand in de
oproepen in te halen.
De deelneming aan vroege opsporing op baarmoederhalskanker, die
aan alle vrouwen van 35 tot 55 jaar thans driejaarlijks wordt
aangeboden, is na een kleine inzinking in 1989 weer op hetzelf
de niveau als in 1988. Een kleine 50% van de vrouwen neemt
deel