Ook de heer VAN DE PUT is van mening dat de overeenkomst op belangrijke punten is
verbeterd. Hij betreurt dat het aantal te bouwen woningwetwoningen niet is opgetrokken. Daar
staat als voordeel tegenover dat de mogelijkheid tot cascobouw is opengesteld. Wel stelt hij voor
in de aanvullende informatie aan de raad onder 1.3 het woord "kan" te vervangen door "zal" en
daaraan toe te voegen dat daarbij de commissie VROM zal worden ingeschakeld. Bij 2.3 stelt hij
voor de redactie zodanig aan te passen dat het advies van de commissie wordt ingewonnen in
plaats van gehoord. Wat doet het college als Hoela Beheer niet tot overeenstemming weet te
komen met de betrokken 4 particuliere grondeigenaren in het gebied. Tot slot vraagt hij een
nadere uitleg bij de laatste alinea van pag. 2 van deze aanvullende informatie.
De heer POSTHUMA gaat schoorvoetend akkoord met het voorstel van het college. De nadelen
daarvan zijn in de commissievergadering voldoende behandeld, de woningbouw in dit plan zal
slechts ten dele de volkshuisvestingsdoelstelling van de gemeente helpen realiseren. Door het
prijspeil van tenminste een deel van de woningen zal de instroom van buiten de gemeente sterk
bevorderd worden. Het woningzoekendenvraagstuk neemt daardoor alleen maar toe. Wil men de
Ulvenhoutse bevolking niet duperen, Kraaijenberg is de laatste woningbouwlokatie, dan moet de
overeenkomst doorgang vinden. Aan artikel 1.2 van de overeenkomst moet zijn inziens worden
toegevoegd: het "huidige" bestemmingsplan. Hij betreurt dat de aangekondigde herziene
overeenkomst niet in het agendadossier ter inzage heeft gelegen.
Het gebied Kraaijenberg is een van de laatste mogelijkheden voor de inwoners van Ulvenhout om
nog te bouwen. De heer VAN YPEREN heeft daar een aantal kritische opmerkingen bij. Het
woningbouwbeleid van de Raad was tot nog toe heel duidelijk; bouwen voor starters, doorstro
mers, alleenstaanden en ouderen. Spreker vraagt zich af welke fractie zich aan dat uitgangspunt
houdt bij het sluiten van deze overeenkomst. Wie vasthoudt aan dat uitgangspunt kan niet akkoord
gaan met de voorgestelde samenwerkingsovereenkomst. Met deze overeenkomst worden niet de
belangen gediend van de minst draagkrachtigen. Hij citeert in dit verband uit de Woonconsumen-
tengids van de Vereniging Eigen Huis. "Huizenprijzen fors gestegen. Meer dan de helft van alle
verkopen valt tussen de 100.000, en ƒ.200.000, De krapte wordt veroorzaakt door de
afname van het te bouwen aantal woningen in de premie A en C klasse." Mensen die daarvoor
interesse hebben wijken noodgedwongen uit naar een duurdere klasse. Jaarlijkse huurverhogingen
van 5,5% maken kopen steeds aantrekkelijker. Ook die categorie is aangewezen op de premie A
klasse waarvan er te weinig worden gebouwd in dit plan. Ook de toename van het aantal
tweeverdieners drijft de prijzen op. Hij concludeert daarom dat er meer betaalbare woningen
gebouwd moeten worden in het plan Kraaijenberg. Als zich meer jongeren vestigen in Ulvenhout
betekent dat een overleving van de scholen en van het sociaal culturele leven. Het bouwen van een
bejaardenappartement of -woning van 2 3 ton levert geen potentiële bijdrage aan dat gebeuren.
De vrijkomende woningen gaan niet naar de categorie starters en doorstromers op de woning
markt. Het plan woningen te bouwen in Kraaijenberg is op zichzelf goed maar moet anders
worden ingericht. Namens alle starters, alle minder bedeelde bejaarden en alle doorstromers in
Ulvenhout, is zijn fractie tegen dit voorstel. Voor die categorieën worden onvoldoende mogelijk
heden geboden in dit plan. Lezend in de gemeentekrant ziet hij dat er in 1991, 80 jongelui zijn
vertrokken uit de gemeente. Daar staat een import van 120 personen van boven de 40 jaar
tegenover. Het ouderenoverschot neemt daardoor alleen maar toe en zal leiden tot een ramp voor
Ulvenhout. Het plan is goed. Spreker heeft niets tegen de ondernemer. Maar het plan komt niet
tegemoet aan de bestaande woningbehoefte in Ulvenhout. Ook de belangen van de particuliere
grondeigenaren in het plan worden onvoldoende gegarandeerd.
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN belicht de stedebouwkundige aspecten van deze
overeenkomst. Zodra deze overeenkomst is gesloten wordt opdracht gegeven aan de stedebouw
kundige om het bijbehorende bestemmingsplan te gaan ontwerpen. De belangen van de 4
particuliere grondeigenaren komen dan vanzelf aan de orde. ïn de overeenkomst zal onder 1.2
vermeld worden dat bij gebruikmaking van de anticipatiebevoegdheid ontheffing wordt verleend
van het huidige bestemmingsplan.