dat echter niet toe. De vrije verkoop van woningen binden aan criteria, zoals die voor de
toewijzing van bouwgrond gelden, lijkt onhaalbaar en is bovendien ongewenst. Zoals aangegeven
heeft Nieuw-Ginneken een aantrekkelijke woonomgeving. Van de 80 jongeren die jaarlijks de
gemeente verlaten om elders te gaan studeren of werken, is er zeker ook een aantal die een
woning koopt in de omgeving omdat het prijspeil daar ƒ.25.000, tot ƒ.40.000, lager ligt.
De heer VAN DE PUT brengt de nodige redactionele wijzigingen nog even onder de aandacht.
Daarnaast vraagt hij of er met de ondernemer afspraken zijn gemaakt die het milieu ten goede
komen. Tot slot is hij van mening dat de overeenkomst de uitkomst vormt van een compromis
tussen twee elkaar respecterende monopolisten.
De heer POSTHUMA heeft in het betoog van collega Van Yperen geen argumenten gevonden die
niet eerder naar voren zijn gebracht. De nadelen van de overeenkomst zijn breeduit voor het
voetlicht gebracht. Waar het uiteindelijk om gaat is dat er weer bouwmogelijkheden komen voor
de bevolking van Ulvenhout. De verhouding tussen sociale huurwoningen, sociale koopwoningen
en vrije sectorwoningen is geen gevolg van de overeenkomst maar een gevolg van de contingente-
ring. Ook als de gemeente zelf dit bestemmingsplan zou exploiteren zou die verhouding niet
anders liggen. Het is frusterend te moeten erkennen dat er bij een steeds verder terugtredende
overheid toch steeds weer verwachtingsvol naar diezelfde overheid wordt gekeken waar het de
volkshuisvesting betreft. Een van de zaken die wellicht daarin verbetering zou kunnen brengen is
een voorkeursrecht voor de aankoop van bouwgrond door de lokale overheid. Voldoende zaken
om onder de aandacht te brengen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de landelijke
politiek.
De heer H. VAN GILS is van mening dat er een overeenkomst tot stand is gekomen die voor
beide partijen als ruim voldoende kan worden omschreven. Het is voor het eerst dat in de
gemeente Nieuw-Ginneken een ondernemer zelf het initiatief in handen neemt om in samenwer
king met de gemeente een bestemmingsplan te ontwikkelen. De verdeling van de verschillende
categorieën woningen over het plan wijkt niet af van eerdere bestemmingsplannen. Het prijspeil
van de woningen in de vrije verkoop wordt bepaald door de ideale ligging van Nieuw-Ginneken.
Dat de V.V.D. zich grote zorgen maakt over het volkshuisvestingsbeleid zal blijken bij de
algemene beschouwing; daar staat deze overeenkomst buiten. Jongeren verlaten de gemeente
veelal om redenen van studie en kunnen later door het ontbreken van werkgelegenheid niet
terugkeren.
De heer VAN YPEREN reageert op de suggestie jongeren naar elders te verwijzen waar het
bouwen goedkoper is dan in Nieuw-Ginneken. Zijn fractie wil dat effect nu juist voorkomen en
voor jongeren betaalbare woningen bouwen in Ulvenhout. Die mogelijkheid is aanwezig door het
plan te verdichten tot kleinere percelen. Door de contingentering wordt bepaald hoeveel woningen
er jaarlijks gebouwd mogen worden maar de Raad bepaalt welke woningen er gebouwd gaan
worden. Het sociale klimaat in Ulvenhout is niet gediend met nog meer bungalows van
ƒ.400.000, of luxe bejaardenappartementen van ƒ.300.000, Alleen door jongeren de
mogelijkheid te bieden een eigen woning te bouwen wordt een verdergaande vergrijzing tegenge
gaan. Spreker vraagt de P.v.d.A.-fractie ook daarvoor uit te komen en tegen dit voorstel te
stemmen.
De heer POSTHUMA herhaalt dat zijn fractie onderkent dat er nadelen kleven aan dit plan maar
het nadeel van niet doorgaan is nog veel groter.
De heer VAN YPEREN blijft hameren op meer woningen voor minder draagkrachtigen in het
plan Kraaijenberg. Het goed ondernemerschap van Hoela Beheer staat daarbij niet ter discussie.
Ook de toename van private-publieke samenwerking wordt daarmee niet veroordeeld.