iedereen beschikt over vervoer om grote stukken daar in te leveren. Als in de andere gemeentede-
len de mogelijkheid ontbreekt om grof vuil aan te bieden zal dat leiden tot zwerfvuil. Bij de
verdeling van de kosten, tenslotte, is geen aandacht besteed aan de éénpersoonshuishoudens.
De heer PAULUSSEN heeft in algemene zin wel waardering voor het voorstel. Hoewel per 1
januari 1994 het gescheiden inzamelen verplicht wordt gesteld vraagt hij zich af of er middels het
composteren behoefte bestaat aan het produceren van nog meer meststoffen. Ook bij het inzamelen
van oud papier stelt hij de nodige vraagtekens. Wie gaat het oud papier inzamelen bij de bedrijven
binnen de gemeente. Met welke frequentie zal het oud papier opgehaald worden en valt die
inzameling binnen de overeenkomst met het kringloopcentrum?
Ook de heer POSTHUMA kan instemmen met de hoofdlijnen van het voorstel. Op de tariefdiffe
rentiatie zal bij de behandeling van de verordening Reinigingsrechten nader worden ingegaan.
Waar hij bezwaar tegen aantekent is het feit dat slechts bij hoge uitzondering grof afval zal
worden opgehaald en tegen het doorberekenen van kosten. Hij verzoekt het college het voorstel op
dat punt te heroverwegen. Spreker vreest misbruik op dit punt, het ontstaan van zwerfvuil.
Tijdens de commissiebehandeling is toegezegd dat nog bekeken zou worden of verenigingen in de
toekomst nog betrokken kunnen worden bij de inzameling van het oud papier, bijvoorbeeld door
het beschikbaarstellen van technische hulpmiddelen.
De heer VAN DE PUT stemt in met het voorstel maar wil toch nog enkele zinvolle suggesties aan
het college voorleggen. Op het punt van preventie moet gezorgd worden dat zo min mogelijk afval
ontstaat. Helaas zal de gebruiker pas tot dat inzicht komen op het moment dat hij ontdekt dat hij
veel moet betalen voor de verwerking van zijn afval. In de gekozen systematiek wordt te weinig
rekening gehouden met het belonen van degene die zijn best doet de afvalstroom zo veel mogelijk
te beperken. Nu uit krantenberichten blijkt dat per 1 december de afvalstoffenberging Bavel/Dorst
nog niet helemaal vol zal zijn rijst de vraag of het niet mogelijk is dat Nieuw-Ginneken het restant
volstort. Tot slot vraagt hij een evaluatie over het gebruik van de milieubox. Spreker heeft zijn
twijfels bij de effectiviteit daarvan.
Het concept-besluit bij dit voorstel lezend kan de heer BASTIAANSSEN geheel instemmen met de
daarin voorgestelde punten a t/m e. Bij het nalezen van de, op zichzelf goede, notitie valt hij van
de ene in de andere verbazing. In de notitie wordt, met het oog op hergebruik, gepleit voor een
andere vorm van inzameling van grof huisvuil. Voor het inzamelen zal een contract gesloten
worden met de Stichting Regionale Kringloopbedrijven en er zal een 'Milieustraat" worden
ingericht op het terrein van Openbare Werken te Ulvenhout. Wie artikel 6 van de bijbehorende
overeenkomst er goed op naleest komt tot de conclusie dat er helemaal geen grof huisvuil meer
wordt opgehaald. Men zal dit zelf bij de Milieustraat moeten gaan aanbieden. Spreker vraagt zich
af wat de kosten zijn bij het individueel aanbieden van het afval afgezet tegen het collectief
ophalen daarvan. Destijds is bij het instellen van het collectief ophalen het tegen gaan van
zwerfvuil een punt van overweging geweest. De vraag of die verleiding opnieuw zal ontstaan durft
spreker niet te beantwoorden. Uit een oogpunt van service aan de inwoners en gelijktijdig
milieubewust bezig te zijn bepleit zijn fractie handhaving van het bestaande systeem van inzame
ling van grof huisvuil. Wat het gescheiden inzamelen, middels duobakken, van het normaal
huishoudelijk afval betreft volstaat het college met een verwijzing naar het ondernemersrisico.
Hoewel inzamelingsbedrijven marktgericht zijn zullen zij de kosten van inzameling doorberekenen
aan de klant. In dat opzicht is het goed dat alle gemeenten binnen het stadsgewest één lijn volgen.
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN is tevreden met de algemeen positieve reacties op de
notitie. Er zijn enkele kritische kanttekeningen geplaatst waarvan eerder in de commissie ook al
melding is gemaakt. Hij zal proberen die twijfels weg te nemen.
Bovenaan op de ladder van Lansink staat 'Preventie'. Naar de dagelijkse realiteit vertaald betekent
dat voorlichting, mentaliteitsverandering, het beïnvloeden van het koopgedrag van de mensen. Op
de opmerking, dat in de notitie onvoldoende alternatieven worden gepresenteerd, luidt het