De heer POSTHUMA heeft een positief oordeel over de gebruikswaarde van het gepresenteerde
gebouw. Of het beheer en het energiegebruik even positief beoordeeld kunnen worden vraagt nadere
studie. De aanwezigheid van een lift verhoogt zeker de gebruikswaarde. Over de lokatiekeuze is hij
minder positief. Van meet af aan is hij tegen de nu gekozen lokatie geweest. Het zicht op de
Pekhoeve wordt door het nieuwe gebouw te veel ontnomen. Herstel van de oude glorie kan alleen
door herbouw van de oorspronkelijke schuur; niet met een nieuw gebouw dat alleen qua vormgeving
daar iets van weg heeft. Er zijn ook op het Pekhoeveterrein betere lokaties te vinden die de open
structuur naar het Markdal geen geweld aan doen. Hij zal daarom tegen dit voorstel stemmen.
De heer GARCIA gaat akkoord met het voorstel maar vindt wel dat het een zware bevalling is. Er
worden zware eisen gesteld aan het gebouw. De huuropbrengst van de oude schuur is niet verzekerd.
Met het aanleggen van extra parkeerplaatsen kan hij alleen instemmen omdat deze ten laste worden
gebracht van de herinrichting van de Dorpstraat/Molenstraat.
De heer H. VAN GILS vindt dat de wijze waarop het college tot een alternatieve lokatiekeuze is
gekomen en een schetsontwerp heeft laten maken getuigt van minachting voor de raad. Hij stelt
daarom voor dit punt van de agenda af te voeren en eerst in de diverse commissies een lokatiekeuze
te bepalen. Daarna kan een nieuw schetsontwerp gemaakt worden en tot slot kan behandeling in de
raad plaatsvinden.
Bij de eerdere behandeling van dit onderwerp heeft de heer VAN YPEREN vijf argumenten genoemd
waarom de lokatie toen niet deugde. Hij kan die argumenten nu herhalen. Opnieuw wordt op
sentimentele gronden voorgesteld te investeren in een gebouw dat qua vormgeving iets weg heeft van
de verloren Vlaamse schuur. Over beheer, efficiency en energiebesparing wordt niet gesproken. Er
wordt geïnvesteerd in een gebouw dat niet goed geëxploiteerd kan worden. Voor het zelfde geld kan
geïnvesteerd worden in een gebouw dat wel voldoet aan alle wensen van alle gebruikersgroepen,
maar dat moet dan wel op een andere lokatie.
De VOORZITTER geeft aan dat de discussie zich toespitst op twee aspecten, de planologische zijde
en de bouwkundige zijde.
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN benadert de planologische aspecten. Tegen de eerder
gekozen lokatie zijn vooral uit ondernemerskringen veel bezwaren gerezen. Het verlies aan
parkeerplaatsen is daarbij de voornaamste beweegreden. Overleg over die lokatie met de provincie
stuitte bovendien op het bezwaar dat de open zichtlijn op het Markdal onderbroken zou worden. Uit
overleg met diverse instanties komt de voorkeur naar voren het complex bij elkaar te houden en geen
los gebouw te zetten langs de Slotlaan of elders. Bij herbouw op de voorgestelde lokatie, waarbij de
gekozen vorm herinnert aan hetgeen er gestaan heeft, blijft van veel plaatsen een goed zich op de
Pekhoeve bestaan. De verenigingen hebben, sinds de brand in 1980, 12 jaar moeten wachten op een
nieuw onderkomen en dringen aan op een spoedige herbouw. Uit de notulen van 22 oktober 1991
blijkt dat ook Gemeentebelangen Bavel die mening is toegedaan en een voorkeur uitspreekt voor de
oorspronkelijke lokatie.
De heer GEERTS merkt op dat hij voorafgaande aan de vaststelling van die notulen te kennen heeft
gegeven dat een en ander niet correct is weergegeven.
De VOORZITTER antwoordt daarop dat het gebruikelijk is dat zo'n opmerking tijdens de raadsver
gadering wordt herhaald. Voor zover de banden nog aanwezig zijn zal hij laten nagaan wat is
gezegd.
Wethouder ROPS antwoordt dat de vorm en inrichting van het gebouw tijdens de vergadering van de
commissie Welzijn op 10 januari 1992 niet is behandeld omdat enerzijds eerst het advies van de
7