4
Voor de financiële consequenties verwijzen wij u naar de
financiële paragraaf in de notitie. Bij de onderhavige bereke
ning van een kostendekkende reinigingsheffing is ook betrokken
de aanwending van een gedeelte van de in de afgelopen jaren
opgebouwde egalisatiereserve afvalverwerking.
Tariefdifferentiatie.
Tot nu werden de kosten van de gemeentelijke reinigingsdienst
doorbelast aan de gebruikers van huisvuilcontainers op basis
van het aantal geplaatste containers. Vanaf 1993 willen wij de
kosten van afvalverwerking doorberekenen middels een afvalstof
fenheffing.
Wezenlijk voor de afvalstoffenheffing, gebaseerd op artikel 61
al van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (voorheen
artikel 62 van de Afvalstoffenwet) is het ontbreken van de
relatie dienst/betaling. Er is met andere woorden sprake van
een echte belasting. Dit in tegenstelling tot de op de gemeen
tewet gebaseerde reinigingsrechten, die als retributies zijn te
beschouwen.
Voordeel van de afvalstoffenheffing voor de gemeenten is dat
zij iedere gebruiker van een perceel, als bedoeld in artikel 3
van de Afvalstoffenwet, in de belasting kunnen betrekken ook al
wordt van de reinigingsdienst geen gebruik gemaakt.
Uit het vorenstaande blijkt, dat bij de afvalstoffenheffing
verschillende tarieven gehanteerd mogen worden.
De mogelijkheden hiertoe zijn echter beperkt.
Uitdrukkelijk niet toegestaan is een differentiatie naar de
mate van het gebruik van de ophaaldienst. Dit volgt direct uit
het feit dat het bij de afvalstoffenheffing niet is toegestaan
een koppeling aan te brengen tussen het gebruik van de dienst
en de betaling.
Ook een differentiatie naar draagkracht is niet toegestaan. De
afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing gebaseerd op het
profijtbeginsel in ruime zin. De toepassing van dit beginsel
verdraagt zich niet met een tariefstelling gebaseerd op een
geheel ander beginsel zoals het draagkrachtbeginsel. In artikel
226, lid 4 van de op 12 maart 1992 in het Staatsblad (nr. 96)
geplaatste nieuwe gemeentewet is overigens ook nog eens met
zoveel woorden bepaald dat het bedrag van een gemeentelijke
belasting niet afhankelijk mag zijn van het inkomen, de winst
of het vermogen.
Ook in de nabije toekomst zal op dit punt dus niets veranderen.
Inkomenspolitiek is en blijft een zaak waarin de rijksoverheid
bij uitsluiting competent is.
Wel toegestaan is een differentiatie naar het aantal personen
dat van een perceel gebruik maakt. De afvalstoffenheffing kan
namelijk in principe van ieder bewoner van een perceel, dat is
gelegen in een gedeelte van de gemeente waar huisvuil wordt
opgehaald, geheven worden. Hier is geen sprake van een koppe
ling tussen de mate van gebruik van de dienst, in de zin van de
aangeboden hoeveelheid afval, en de betaling, al kan een zeker
verband niet geheel ontkend worden.