Artikel 4
Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 5
Wijze van heffing
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 6
Aangifte
Iedere houder van één of meer honden is verplicht daarvan
aangifte te doen. Jaarlijks in de maand januari wordt aan
ieder, die geacht wordt daarvoor in aanmerking te komen,
vanwege burgemeester en wethouders een biljet tot het doen
van aangifte uitgereikt of toegezonden. De houder van een
hond, die vóór 1 februari van het belastingjaar geen aan
giftebiljet heeft ontvangen, is verplicht vóór 15 februari
daaraan volgende aangifte te doen door invulling en onder
tekening van een aangiftebiljet, dat kosteloos op het
gemeentehuis verkrijgbaar is. Ieder, aan wie een aangifte
biljet is uitgereikt of toegezonden, is verplicht dit
binnen 14 dagen na de datum van uitreiking of toezending
terug te sturen.
Artikel 7
Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent
aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het
belastingjaar
1. De belastingschuld ontstaat bij de aanvang van het
belastingjaar;
2. Indien tussen 1 januari en 1 juli van het belastingjaar
de belastingplichtige ophoudt houder van een hond te
zijn, zonder dat in de loop van hetzelfde belastingjaar
opnieuw belastingplicht intreedt, wordt voor de helft
van de voor de hond geheven belasting ontheffing gege
ven, mits vóór 15 juli van het belastingjaar, of indien
het belastingbiljet een latere dagtekening heeft dan 30
juni van het belastingjaar, binnen 14 dagen na die
dagtekening, een verzoekschrift daartoe bij burgemeester
en wethouders is ingediend.
3Ingeval de belastingschuldige is aangeslagen voor meer
dan één hond, bedraagt de ontheffing bedoeld in het
tweede lid van dit artikel voor elke hond, welke niet
meer gehouden wordt, de helft van het bedrag, dat voor
de hond verschuldigd is.