mogelijk beeld wordt gegeven van hetgeen de gemeente Nieuw-Ginneken is en voor haar inwoners
betekent.
Het college vindt het niet prettig dat het bij de ontwikkeling van bepaalde projecten voor de
voeten wordt gelopen door bepaalde bedrijven. Het op voorhand uitsluiten van die bedrijven van
opdrachten en verdere samenwerking stuit echter op juridische bezwaren en moet daarom worden
ontraden. Er zit een zekere discrepantie tussen de terugtredende overheid enerzijds en het
verwachtingspatroon van de burger anderzijds. Het opvullen van die ruimte door particuliere
bedrijven is niet altijd de meest gewenste vorm.
De fractie Gemeentebelangen Bavel kan met de begroting als geheel instemmen maar geeft wel
aan voorstander te zijn van volledige subsidiëring van de bibliotheek. Het college beziet die
mogelijkheden maar constateert gelijktijdig dat de raad ook heeft aangegeven dat de uitgaven
kritisch bezien moeten worden.
De viering van 50 jaar Nieuw-Ginneken heeft middelen gekost; in die zin zal Nieuw-Ginneken 51
jr. voordeliger uitpakken. Anderzijds moet worden vastgesteld dat in het kader van de viering van
het 50 jarig bestaan tal van activiteiten hebben plaatsgevonden, veelal op vrijwillige basis, die een
geweldige respons hebben opgeleverd.
Richting Partij van de Arbeid wordt geantwoord dat over de verdere ontwikkeling van het
komplan Bavel met de raad gesproken zal worden zodra het college klaar is met de praktische
voorbereiding van tal van zaken binnen dat plan; zoals grondverwerving.
De VOORZITTER deelt de mening van de V.V.D.-fractie dat naarmate verbanden groter worden
ook de politieke betrokkenheid van de burger afneemt en de problematiek op tal van terreinen
toeneemt.
De reorganisatie Politie onttrekt zich voor een belangrijk deel aan de politieke controle van de
betrokken gemeenten, een op zichzelf zorglijke ontwikkeling. Wel is er de bereidheid van de
burgemeesters in het werkgebied van de nieuwe Regiopolitie om adequaat met elkaar te overleg
gen over de te volgen beleidslijnen. De gezagsverhouding ten opzichte van de politie binnen de
eigen gemeente komt echter wel anders te liggen. Ook het politiewerk kent een grote werkdruk
waardoor het stellen van prioriteiten noodzakelijk is.
Wat de voorstellen tot gemeentelijke herindeling betreft mag gesteld worden dat de raad in zijn
reactie daarop een grote mate van eensgezindheid tentoonspreidt. De VOORZITTER spreekt de
hoop uit dat het college van Gedeputeerde Staten, en de andere betrokken instanties, respect zullen
opbrengen voor een zo breed uitgesproken initiatief. Daarnaast moet er de bereidheid zijn om met
de grote stad te overleggen over voorzieningen waarvan wij als buurgemeente gebruik maken. Die
bereidheid heeft Nieuw-Ginneken al eerder uitgesproken richting Breda. Als er sprake is van het
leveren van een belangrijke bijdrage aan omvangrijke projecten mag verwacht worden dat de
kleinere gemeente daarover ook een mening heeft. In dat opzicht heeft Breda nog weinig van zich
laten horen.
De fractie Leefbaarheid Nieuw-Ginneken stelt voor de gemeenteraadsverkiezingen 1994 uit te
stellen in verband met de te verwachten vorming van een nieuwe gemeente per 1-1-1996. Daartoe
zou een verzoek gedaan moeten worden aan de Minister van Binnenlandse Zaken dat uiteindelijk
moet resulteren in een wetswijziging door de Tweede Kamer. Het valt zeer te betwijfelen of
daaraan medewerking zal worden verleend. Het wordt zinvoller geacht om met de gemeenten
waarmee men in de toekomst zal samengaan nu reeds tot een intensievere samenwerking en
uitwisseling van personeel te komen.