wethouderschap zal geven. Vertaald naar uren wordt door hem meer tijd dan 2 1/2 dag aan die
functie besteed. Hij had het prettiger gevonden als Gemeentebelangen Bavel daar direct op had
gereageerd.
Als laatste lid van het college beantwoordt wethouder VAN DER WESTERLAKEN de Algemene
Beschouwingen.
Het vooroverleg met de provincie over de opstelling van een nieuw bestemmingsplan Buitengebied
is opgestart. Handleiding en voorbeeldplannen zijn nog niet uitgewerkt maar er zijn wel uitgebrei
de voorbereidende werkzaamheden verricht. De kosten van het omzetten van de plankaart
bestemmingsplan Buitengebied in een digitaal bestand, zijn voor een gemeente als Nieuw-
Ginneken onevenredig hoog. Wellicht liggen er in een toekomstige groene gemeente wat meer
mogelijkheden.
De heer POSTHUMA vraagt verduidelijking van de term 'digitaal bestemmingsplan'.
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat een en ander te maken heeft met het
opslaan van voorschriften en gegevens van een bestemmingsplan in de computer.
De heer VAN YPEREN geeft ter verduidelijking aan dat elke wijziging in het bestemmingsplan,
met name in de plankaart, telkenmale een geweldige investering vraagt om die wijziging op kaart
aan te brengen. Als de plankaart digitaal is gemaakt kan constant elke verandering in het
buitengebied in het bestand bijgewerkt worden waardoor steeds over een actuele plankaart kan
worden beschikt. Hij ziet zo'n investering daarom als een kostenbesparende factor naar de
komende jaren.
De VOORZITTER erkent de juistheid van dit betoog maar wijst erop dat de investering in die zin
zeer hoog is. Met name grotere gemeenten zijn daarmee de afgelopen jaren gestart. Ook voor de
toekomstige groene gemeente wordt zo'n bestand zinvol geacht.
De opmerking van de heer Van de Put, dat het milieu in de begroting meer aandacht moet
krijgen, doet wethouder VAN DER WESTERLAKEN goed. Op allerlei niveaus blijkt dat het
milieu steeds meer geld gaat kosten, ook de gemeente Nieuw-Ginneken zal daarmee geconfron
teerd worden. Investeringen in het milieu zijn goede investeringen, onze kleinkinderen zullen ons
daar dankbaar voor zijn.
De V.V.D.-fractie wordt uitgenodigd aan te geven welke nieuwe middelen voor chemische
onkruidbestrijding er zijn. In de commissie VROM van 12 mei 1992 heeft de wethouder een
schriftelijke reactie gegeven op informatie van de firma Ciba-Geigy. Ook de nationale milieuver
kenning 1990 - 2010 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne geeft aan dat
op korte termijn een aanzienlijke sanering zal plaatsvinden in de toepassing van thans nog
toegelaten bestrijdingsmiddelen. Op korte termijn zijn er geen milieuvriendelijke produkten te
verwachten. Aldus het rijksinstituut. In diezelfde commissie VROM is afgesproken dat er na 1 jr.
een evaluatie zal worden gehouden. Richting C.D.A. wordt door spreker gesteld dat de gemeente
een voorbeeldfunctie heeft op dit gebied. Afgelopen jaar moet als leerjaar beschouwd worden. Er
is ervaring opgedaan met zowel schoonbranden als schoonborstelen; het een met wat meer en het
ander met wat minder succes. De wethouder is van mening dat de resultaten, naar mate de
ervaring toeneemt, steeds beter worden. Bij de evaluatie zal hij daarop terugkomen. Zijn mening
is voorlopig dat de resultaten acceptabel zijn.
De heer H. VAN GILS vindt dat de wethouder de vraag niet mag terugspelen. De rijksoverheid
bepaalt welke middelen gebruikt mogen worden. De rijksoverheid, met zijn zeer lange procedures,
is er zelf oorzaak van dat nieuwe middelen niet geïntroduceerd kunnen worden.