participatie bij de plaatselijke politiek. Landelijk ziet men toch dat de jongeren zich nog nauwe lijks aangesproken voelen door de politiek. Naarmate verbanden groter worden ziet men dat de vervreemding toeneemt met de consequenties daarvan. Het is de taak van het college te zorgen voor een adequate informatievoorziening richting raad. Dat vindt evenwichtig en zorgvuldig plaats. Het is echter een politiek gegeven dat er zich coalitiepartijen en oppositiepartijen hebben gevormd. Daarin kan zich soms een kleine informatie voorsprong voordoen. De commissie A.B.A.M. is de aangewezen plaats om in een vroegtijdig stadium informatie uit te wisselen. Positief kritische suggesties voor verdere verbeteringen zijn altijd welkom. In de commissie A.B.A.M. is gesproken over de jumelage met Vélines. Dat heeft nog niet geresulteerd in besluitvorming, die wordt wel voorbereid. Intussen is wel een aantal verenigingen bezig voorbereidingen te treffen activiteiten te ondernemen zowel in de richting Vélines als Zakopane. Het college is er van overtuigd dat het goed is dat mensen op verschillend niveau kennis nemen van de vele veranderingen binnen Europa. Voor de heroverweging van kerntaken zal het college niet met panklare voorstellen komen. Er zal getracht worden een methode te ontwikkelen aan de hand waarvan dat mogelijk is. Het college zal daar alle fracties zeer bij nodig hebben. In eerste termijn is al aangegeven dat de afweging wat wel en wat niet tot de kerntaken zal behoren moeilijk zal zijn. Overigens moet worden opgemerkt dat de commissie Welzijn op haar terrein heel goed werk verricht. De discussie over centralisatie van voorzieningen, ja dan nee, zal diepgaand en heel moeizaam verlopen. De heer VAN DE PUT vraagt het college aan te geven wat de financiële reikwijdte is voor de gemeente Nieuw-Ginneken waarna de vijf fractievoorzitters de kaders moeten aangeven waarbin nen de begroting moet worden opgesteld. De heer J. VAN GILS laat zich niet verleiden de bijl te zetten in voorzieningen waarvan het 25 jaar gekost heeft ze op te bouwen. Er zal wel gezocht moeten worden naar wegen om die voorzieningen betaalbaar te houden. De heer VAN DE PUT put uit zijn ervaring bij het ministerie van Financiën als hij zegt dat de kaasschaafmethode niets oplevert. Wil men de financiële huishouding weer gezond maken dan moet de botte bijl erin. De heer H. VAN GILS is het principieel oneens met de stellingname van de heer Van de Put. Hij bezint zich liever eerst op de kerntaken om vandaaruit een financiële onderbouwing op te zetten. De VOORZITTER houdt de raad voor dat de financiële positie van de gemeente Nieuw-Ginneken als sterk omschreven mag worden. Het probleem zit hem vooral in de exploitatieproblematiek en hoe dat op allerlei niveaus vast te houden. De heer J. van Gils heeft terecht die nuancering aangebracht. Met elkaar zal het komend jaar gekeken moeten worden hoe de rijkdom aan voorzieningen evenwichtig instand gehouden kan worden. De raad zal daar politiek richting aan moeten geven. Het is deze week nog treffend verwoord. Enerzijds vraagt men een overheid die zich verder terugtrekt van het maatschappelijke veld en anderzijds zijn de verwachtingen naar die overheid toch zeer hoog. Als gesproken wordt over deze goede gemeente en de zaken worden aangepakt zoals de voorzitter aangeeft dan moeten de gedachten, naar de mening van de heer VAN YPEREN, nu reeds uitgaan naar de groene gemeente. Er moet nu reeds verder gedacht worden dan de grenzen van de gemeente Nieuw-Ginneken. De VOORZITTER onderschrijft deze gedachte. Nu reeds moet geprobeerd worden om, met de gemeenten die het initiatief genomen hebben tot een groene gemeente, tot verdergaande samenwer-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 765