papier ophalen. Voor wat de BCB betreft heeft hij contact gehad met de heer Van der Heijden. Die onderhield ook de contacten met het bestuur. Duidelijk is gebleken dat hetgeen het college voor ogen staat, een taakstelling om 50% oud papier op te halen - ook met een aanbieding van faciliteiten - zij het personeel niet beschikbaar hebben om dat te doen. Daarna heeft de wethouder geen contact meer gehad met AVR. Nogmaals is duidelijk gebleken dat de regeling, zoals het college die voorstelt in de notitie, voor alle verenigingen die daaraan hebben deelgenomen acceptabel is. De heer POSTHUMA vraagt aan te geven welke functie de heer Van der Heijden bekleedt binnen de BCB. Wethouder VAN DER WESTERLAKEN heeft begrepen dat hij de persoon is die het ophalen coördineert en de inzet van beschikbare leden regelt. De heer VAN YPEREN vraagt of sprake is van een contact vóór de commissievergadering of een extra contact daarna. Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt, daarna. De heer J. VAN GILS kent deze heer Van der Heijden niet. Hij heeft contact gehad met het bestuur van BCB, iedereen die zich daar met oud papier bezig houdt weet en zegt dat er contact met het college is geweest op 7 september en op 20 of 21 september 1992 en daarna niet meer. Hij zal nagaan wie de heer Van der Heijden is. Het lijkt wethouder VAN DER WESTERLAKEN het beste met deze mensen aan tafel te gaan zitten. Hij zal hen daartoe uitnodigen, waarbij tevens de leden van de raad uitgenodigd zijn, om zaken boven water te krijgen. Zo'n vergadering kan wat hem betreft in de volgende week plaatsvinden. De VOORZITTER merkt op dat een en ander zo niet werkt. Er zijn vragen gesteld. De commissie VROM vormt het platform om geïnformeerd te worden over de resultaten van die gesprekken. Op commissie- respectievelijk op raadsniveau moet tot een weging worden gekomen hoe de resultaten van die contacten gewaardeerd worden. Hij vindt het geen juiste methodische aanpak de wijze waarop er contacten zijn, al of niet met raadsleden verder te checken. Er kan een bespreking met de vertegenwoordigers van de vereniging plaatsvinden in ambtelijke aanwezigheid. Daarvan wordt een besprekingsverslag opgemaakt dat op commissieniveau verder besproken kan worden. De heer VAN YPEREN neemt het de wethouder ernstig kwalijk dat ondubbelzinnige afspraken die op een commissievergadering gemaakt worden niet worden nagekomen. De nota wordt, zonder dat te onderzoeken, gewoon niet behandeld. Dat is nog nooit gedaan, spreker is daar zeer in teleurgesteld. Hij kan niet beoordelen wie de heer Van der Heijden is. Voor hem staat vast dat nu niet valt te controleren of het gevraagde contact met BCB heeft plaatsgevonden; de heer Van der Heijden kan een belangrijke rol spelen. Met het bestuur, het niveau waarop dit gesprek had dienen plaats te vinden, heeft de wethouder geen contact gehad. Ook niet met AVR, terwijl dat duidelijk was toegezegd. De faciliteiten die AVR kan bieden zijn wethouder VAN DER WESTERLAKEN bekend. De verenigingen hadden daar geen belangstelling voor. De reden is hiervoor al aangegeven. Het mag dan zo zijn dat de heer Van der Heijden degene is die het ophalen coördineert. De heer POSTHUMA vindt het in strijd met de geest van de afspraken, in de commissie gemaakt, dat niet opnieuw contact is gezocht met het bestuur. Dat zijn degenen waarmee de wethouder had moeten praten, hij vindt dat onzorgvuldig. Hij vindt het zeker onzorgvuldig dat de wethouder gemeend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 771